basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
[naam onbekend]
spelwijze in bron(nen):
[naam onbekend]
varianten:
zinspreuk:
?
gebruikte code:
HAAM
patroonheilige:
H. Catharina [1546]
vroegste bronvermelding:
07-08-1546
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Haamstede
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Zeeland
korte geschiedenis
Op sint Catharina 1571 tekende het bestuur van de rederijkerskamer van Haamstede een kwitantie voor de ontvangst van haar jaarlijkse inkomen van 10 schelling vlaams, een bedrag dat haar op 7 augustus 1546, door de ambachtsheer van Gruythuyse was toegezegd. De kamer kreeg op die dag haar ordonnantie. Op 30 april 1581 speelde de kamer 'eens spel van sinne, hoe Jacob troude Rachel, de dochter van Laban' ter gelegenheid van de bruiloft van de secretaris van Haamstede, die misschien lid was van de kamer. Op 1 mei 1581 speelde ze een meispel aan de zuidzijde van de kapel van de kerk.
Op 11 februari 1611 kreeg de kamer een boete van 20 pond opgelegd 'omdat sij haer vervordert hebben openbaerlijck de gans te vreecken ende andere ongeregeltheeden te bedrieven'. Een jaar eerder, voorjaar 1610, had ambachtsheer Jacob van den Eynde (1575-1614)(zie Meertens 444)verboden met trommels enz. uit te trekken, maar de kamer had het verbod genegeerd en was naar Renesse getrokken, waar ook een kamer bestond. De baljuw van Zierikzee kwam daarom op 31 maart 1610 naar Haamstede om getuigen te horen, wat leidde tot de strafmaat van 20 pond.
De classis Schouwen-Duiveland schreef op 13 april 1611 aan de Zeeuwse synode met het verzoek de kamerspelen te laten verbieden. Men besloot tevens 'zijne excellentie' de ambachtsheer te verzoeken het octrooi dat aan de kamers van Renesse en Haamstede was verleend te vernietigen. Naderhand blijkt niets meer van rederijkersactiviteiten. Mogelijk had deze actie dus het gewenste resultaat.
Kwitantie van de kamer van 1571.
'Wij Pauwels Lenaertsz ende Cornelis Thonis Gillisse, prince ende deken van de Camere van Rethorica binnen der baenreheerlijcheyt ende vrijdomme van Haemstede, bekennen ende belijden midts desen ontfangen ende opgebuert te hebben uut handen van mijn heere den casteleyn van Haamstede voornoempt of zijnen ghecomitteerdn dye somme van thyen schellinghen grooten vls. Ende dat ter Cause dat mijnen heere van Haemstede der voernoemde Camer van Rethorica jaerlijck gegonnen ende gegeven heeft tot onderhoudenisse van den dienst Godts ende het altaer van Sincte Catherina onsse patronesse binnen der kercken van Haemstede voerssegt, al volgende zeker ordonnantie van mijn voernoemden heere van den Gruythuysse van date den viiden dach aughst XVc XLVItich verschenen ende verallen van den jaere ende sincte Catherijnen daege anno XVcLXXItich. In kennisse der waerheyt zoe hebben wy prince ende deken onsse gewoonlycke singnatueren ofte handtmerken hyer onder gestelt'
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
Kwitantie van de kamer van 1571. Vindplaats archief van de heerlijkheid Haamstede? Zie De Vos zonder bronvermelding. Mogelijk archief van de ambachtsheren?
inventarissen:
processtukken:
Zie roodwaarheidboek Zierikzee en schepenaktenboek Haamstede voor 1610 en 1611 (voorjaar 1610, 31 maart 1610, 11 februari 1611).
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
Acta classis Schouwen-Duiveland, 13 en 14 april 1611, 30 april 1636 [mogelijk gericht tegen rederijkers van Haamstede: 'retorikspelen en andere onhebbelijkheden'], 29 april 1637, 29 juli 1637. Met dank aan F. van Lieburg.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Meertens 1943.
De Vos 1923.
Van Oosterzee 1844.
naar bibliografie