Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: Somerstuc
(1938)– Dirc van Delf– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
Dat .XXXVII. capittel vanden sesten sacrament der heiligher kercken als vander echtscap, huwelic, daer man ende wijf doer die eweGa naar voetnoot3 vergaderen. Hoe God dit self maecte ende wat enen gueden wive toebehoirt [131a] ende enen gueden man.7Ga naar margenoot7-236Ga naar margenoot7-18Dat sacrament des huwelics is een wittachtigheGa naar voetnoot7 vergaderin-8ghe van man ende wijf, die een onversceiden leven te samen 9 leiden. Die glose seit, dat dese vereninghe ende vergaderinge 10 is twierhande, welc ontbindet oec twierhande sterven of doot. 11 Die eerste vereninge is der herten, der ghemoede of hore twier 12 sinnen, daer si willichliken te samen in consentiren. Ende dit 13 overgheven ende vergaderen der herten en wert nymmermeer 14 ontbonden om enigherGa naar voetnoot14 beter saken wil, ten waer datsi beide der 15 werlt wouden sterven ende gheestelike luden van habiten wer-16denGa naar voetnoot15. Die ander vergaderinge is der naturen, als onse Heer sei-17de: daer om suller twee wesen in enen vleische. Ende dese 18 Ga naar margenoot18-22bant ontsluut die natuerlike doot, als dat vleisch sterft. Tot 19 waren litteiken is, dat, verrees een man weder vander doot, 20 alst al eer is ghesciet, hi en mocht bi sinen ghetrouden wive niet | |
[pagina 463]
| |
21 comen, hi en mostse eerst op een nuweGa naar voetnoot21 mit haren vrien wille 22 ter ewen nemen. 23Ga naar margenoot23-46Die doctoren scriven neghen punten, diemen in desen sacra-24ment des huwelix sal mercken. Dat eerste is grote minne hoerre 25 Ga naar margenoot25twier ghemoede, want eer soude een man laten vader ende 26 moeder, eer hi sijn ghetroude wijf soude beghe-[131b]ven. Dat 27 ander is grote vergaderinge hoirre twier lichaem, wantsi sijn in 28 enen lichaem ende vleisch, alst wel schijnt inden kinderen. Dat 29 derde is grote vereninghe ende geselscap hoirre twier leven, 30 Ga naar margenoot30want die God vergadert heeft en sal ghien mensche verscei-31den. Dat vierde is een grote beloven hoirre twier trouwe, 32 wantsi haer bedde nymmermeer sonder dootlike sonde schorenGa naar voetnoot32 33 en moghen. Dat vijfte is die grote dienst, die si malcanderen 34 sculdich sijn ende moeten doen, want ghien van hem tween 35 sijns eyghens vleisch heer en is, mer elc des anders. Dat seste is 36 die grote onderstant ende troost, die si malcander bewisen, 37 want ghien den anderen of en gaet in node, in siecte ende in 38 armoede, hi en staet hem bi ter doot toe. Dat sevende is die 39 grote beloften, die si onderlinge houden: om lief om leet, 40 om schoen om lelick, om arm om rijc nymmermeer malcander 41 te laten. Dat achtende is die edel vrucht, die van hem coemt, 42 die dat kersten ghelove ontfangt ende inden dienste Gods op-43ghevoedt wert, daer na mitten enghelen te levenGa naar voetnoot43. Dat neghende 44 is dat sacrament der heiligher kercken, want dat huwelic isGa naar voetnoot44 45 gebenedijt ende ghewyet ende beteykent die vereninghe Gods 46 ende der sielen. 47Ga naar margenoot47-51Dit waerde sacrament der echtscap stichtede God selve in-48Ga naar margenoot48den paradise, doe hi seide: Ten is niet guet [131c] dat die 49 mensche alleen si, laet ons hem maken een hulpe, dat hem si 50 ghelijc. Ende nam man ende wijf te samen ende seide: Wasset 51 ende wert menichvoudich ende vervolt die aerde. Dese oorde: 52 man ende wijf, behielt God inder arken, doe al die werlt in- | |
[pagina 464]
| |
53den reghen verghinc behalven achte menschen, dat was Noe 54 ende sijn wijf, Sem, Cham ende Iaphet ende hoorre drier 55 Ga naar margenoot55wiven. Dit sacrament eerde self onse lieve heer Ihesus, doe hi 56 in sijnre personen niet en versmade mit sinen iongheren ende 57 mit sijnre moeder te comen ter bruloft, daer hi water in wijn 58 verwandelde. Oec so woude hi geboren werden van eenre 59 maecht, die enen gueden man ter ewen was ghetrouwet, als ic 60 voor hebbe gheseit. 61Ga naar margenoot61-74Die scrift wiset vier merckelike sakenGa naar voetnoot61, die hem in dat hu-62welic vergaderen. Die werckelike sakenGa naar voetnoot62, als si segghen vriwil-63lich, trouwe ende onbedwonghen: Ic gheve u mijns mans 64 trouwe, ic gheve u mijns wijfs trouwe. Voort die mateerlikeGa naar voetnoot64 65 saken als sijn die twie man ende wijf, die tot horen iaren sijn 66 ghecomen. Die man sal man wesen ende dat wijf een wijf; 67 dat segghe ic daer-om, want waer een vanden twien beide, alst 68 eer is wel gheschiet, so en mocht daer gheen huwelic ghe-69schien. Voort die formael sakeGa naar voetnoot69, als datsi mit-[131d]ter heili-70gher kercken vergaderen ende ontfanghen die benediccien, die 71 daer toe staen, want het is een sacrament der heiligher ker-72cken. Dat vierde is die eyndende ende slutende saeckGa naar voetnoot72, als is 73 een vruchte te winnen ende die inden dienste Gods op te voe-74den. 75Ga naar margenoot75-99Dit sijn die regulen ende capittulen die den mannen ende 76 vrouwen sijn, ghescreven. Ende sonderlinge eerst den mannen, 77 die ic vierGa naar voetnoot77 punten hebbe uuter scrift ghenomen. Dat eerste is, 78 datsi sullen haer huusvrouwe regieren, leren ende wisen ende 79 houden tot duechden ende tot gueden zeden. Ende die vrou-80wen sullen die mannen onderdanich wesen recht als een sco-81lier sinen meister. Dat ander is, datsi haer wiven sullen lief 82 hebben ende minnen na rechter zeden ende besceidenheit ende 83 sullen daer bi wesen anden werck der naturen, alst tijt ende 84 behoorlic is. Dat derde is, datsi hoir vrouwen sullen tbroet te 85 voren winnen mit Gode, mit eren ende mit horen zuren ledenGa naar voetnoot85. | |
[pagina 465]
| |
86 Ende daer en moeten si niet in versumen, mer pa hoorre 87 macht so sullen si hoor best daer toe doen, opdat commer niet 88 en doe horen wiven anders-waerGa naar voetnoot88 troest te soecken. Dat vierde 89 is, dat hi haer sal versorghen van clederen, iuwelen ende cley-90noden, die horen staet toe behoren, ende hoer gheslachte be-91taemt te [132a] draghen. Ende woude si anders doen, dat boer-92de hem haer te verbieden ende te hinderen. Ende wanneer 93 dat die mannen horen wiven ghelijc hem cleden, soe moeten 94 si hem daer in laten ghenoeghen. Dat vijfte is datsi haren 95 wiven ghien wreetheitGa naar voetnoot94, noch hardicheit en sullen toghen, want 96 daer onminne is, wart oorsaeck gegheven tot ongheoorlofden 97 dinghen, ende waer een mensch hart ende onghenadich, soe 98 boirde die vrouwen toe die man mit sueten sinnen ende mit 99 saften woorden te satenGa naar voetnoot99. 100Ga naar margenoot100-124Dit sijn die regulen ende capittulen, die die vrouwen sullen 101 over hem hebben. Dat eerste is, datsi haers mans vader ende 102 moeder ende al sijn maecscap sullen eren ende dienen, gunst 103 ende vrienscap bewisen, wantsi in <haer> gadinghe is ghe-104comen van hoorre weghen daer of vruchten sullen werden, die 105 mit Gode ende mit gunsten sullen vergaderenGa naar voetnoot103-105. Dat ander is, 106 datsi den man ghetrouwe sullen wesen ende boven alle man-107nen liefhebben ende hem dair voir hoeden, datsi mit anderen 108 mannen ghien heymelic gheselscap en hebben noch sonder-109linge vrienscap, dat men boelscap noemt, want anders mocht 110 een meerre quaet daer of ghescien. [132b] Dat derde is, datsi 111 hoor kinderen sullen wisenGa naar voetnoot111 ende leren ende tot gueden zeden 112 houden ende sonderlinge Gode te dienen. Voortmeer dat ghe-113sinde te regieren, te werc te tide te stieren ende hem hoor 114 noturft te besorghen, als vanden wisen vrouwen die Salomon 115 kende, is bescreven. Dat vierde is, datsi niet ledich en sullen 116 wesen, noch wiltGa naar voetnoot116 van die een stede totter ander lopen, clap-117pen, spelen, callenGa naar voetnoot117, mer si sullen op een stede besloten sitten 118 ende hoor handen te werc steken ende mitten oorbaer horen | |
[pagina 466]
| |
119 clenen cost vorderen, ist dattet also is geleghen. Dat vijfte is, 120 datsi sullen godvruchtich wesen ende gaern der kercken recht 121 vorderenGa naar voetnoot120 in ghetiden te horen. Want die mannen, die uutwen-122dighe sorghe draghen moeten, si sullen hem laten dunckenGa naar voetnoot122 dat 123 niement wiser, suverliker, beter en si, dan die gheen, die hem 124 van Gode is toeghescicket lief te hebben. 125Ga naar margenoot125-133Dit sijn die bruutsghewade ende ornamenten eens gueden 126 wive. Dat eerste is een vingherlijn inder hant, ende dat betey-127kent puyrheit eerliker wercken, datten vrouwen wel mach aen-128hanghen ende wel betaemt. Dat ander is een voirspanGa naar voetnoot128 voor 129 hoirre borsten, ende dat beteikent reinicheit der ghedachten, 130 die hem wel voert tot horen herten. Dat derde is een crans, 131 croen, hoet [132c] hooftcleder of vlechten, ende dat beteykent 132 ondersceit of wijsheit hoorre sinnenGa naar voetnoot132, diemen in den hoofde 133 claerlic mach bekennen. Dat vierde is een gordel om hoor 134 lenden, ende dat beteikent cuuscheit of reynicheit hoors le-135vens, die in vrouwenlive seer priselic is. Dat vijfte is een man-136tel of een ommecleet, die wijt, ruym ende lanck is, ende dat 137 beteikent scamelheit ende behoersaemheitGa naar voetnoot137, welc cleet dat den 138 vrouwen sonderlinge wel staet. 139Die lerars vraghen in deser materien vijf questien, die wel 140 Ga naar margenoot140-154wiselic luden. Die eerste is: waerom dat God niet dat wijf 141 van enen anderen lede dan van des mans rubbe en heeft ghe-142maect? Die eerste reden is nader letter, want hadse gheweest 143 van des mans hoofde, soe mocht si haer vermeten hebben sijn | |
[pagina 467]
| |
144 heer te wesen ende hadde si ghemaect geweest van sinen voe-145ten, soe mocht die man ghewaent hebben, datsi sijn dienst-146maecht soude wesen. Mer si is van sinen rubbe, so ist kenlic 147 datsi ghelijc hem sal wesen. Die ander reden is naden gelove, 148 want dat EvamGa naar voetnoot148 van Adams zijd wert ghebroken, figurierde 149 ende beteykent, dat die heilighe kerck opten gueden vridach 150 soude uuter borsten des brudegoms der sielen, ons heren Ihesu 151 Cristi ghewonnen werden, alst wel scheen doe ter tijt ende ter 152 stont water ende bloet vloet, dat noch is die schat, bi wel-153[132d] ker bruutGa naar voetnoot153 Cristus onse heer gheestelike kinder wint 154 Ga naar margenoot154-162doer den heilighen kersten gelove. Die derden reden is nader 155 duecht, want die duecht alle tijt dat middel hout. Niets te groet, 156 noch te cleyn, pleecht die maet der duechden te sijn. Cristus 157 onse heer die hielt alle tijt dat middel: die middelste persoen 158 inder Godheit, die middelaer tusschen menschen ende enghe-159lenGa naar voetnoot158, tusschen God ende der sielen. Hi lach inder cribben mid-160den onder die beesten, hi sat inden tempel midden onder die 161 lerars, hi hinc anden cruce midden onder die scakers ende hi 162 stont midden onder die iongheren ende seide: vrede si mit u. 163Ga naar margenoot163-180Dat ander questi is: of een man mit sinen ghetrouden wive 164 sonder sonde wesen mach? Ende dat ghesciet in vierehande 165 manieren. Eerstewarf, als hi om eenre vrucht wil sijn wijf be-166Ga naar margenoot166kent. Als Thobyas seide: Heer, du weetste wel, dat ic om 167 ghien oncuuscheit mijn wijf heb ghenomen, mer alleen van 168 minnen wil mijnre nacomelinghen. Anderwarf, als hi sijns wijfs 169 wille doet, diet van hem begheert of dat hijt van hoer mer-170cken can. Dat is een scoutGa naar voetnoot170, die hi hoor sculdich is ende nym-171mermeer vol betalen en mach. Die reden is, want half sijn lijf 172 hoort hoir toe ende haer lijf hoert hem toe, dat een des an-173deren machtich isGa naar voetnoot173. [133a] Derdewarf, als die man hem ver-174coelen wil van sijnre quader lust, opdat hi niet en darf over- | |
[pagina 468]
| |
175spul doen ende sijn bedde brekenGa naar voetnoot175, want dat is een die groet-176ste sonde, diemen doen mach teghen Gods gheboden. Vierd-177warf, als om sijnre genoechten wil te volbrenghen ende lust 178 sijns lichaems mit sinen eyghen wive, want dat werck der natu-179ren is tot eenrer boete van des mans brande gegheven, ende 180 in deser wise so ist een daghelixe sonde. 181Ga naar margenoot181-190Die derde questi is: in wat manieren dat een man mit sinen 182 ghetrouden wiven mach sondighen? Die eerste is als hi haer 183 misbruyct, dat hi niet natuerliken mit haer te doen en heeft, 184 als die ghemeen wise der werlt is. Die ander is, als dat wijf 185 niet en is te nakeGa naar voetnoot185, als inden ses weken of in horen vrouwe-186liken stonde, als hem dat hoeft pleecht te zweten. Die derde 187 is: vasteldach of heilige hoechtiden, die die heilige kerc heeft 188 gheset te vasten ende te vieren. Dat vierde is, ofGa naar voetnoot188 hi mit hoer 189 waer in heilighen steden, op kerchoven ende godshusen of op 190 weghen van bevaerden. 191Ga naar margenoot191-206Die vierde questi is: of oec die ghetrouwe dat is echte hu-192welick nymmermeer mitter kercken recht versceiden mach 193 warden of an te nemen mach hinderen? Die Iuristen segghen, 194 dat dat mach ghescien in veel manieren. Als [133b] waer dat 195 saeck, datsi dwaelden ende waenden een ende het wair dat 196 ander, als meende si Pieter ende hi waer Claes. Voort, waer 197 enich van hem tween eyghenGa naar voetnoot197 gheboren. Voort, waer daer tus-198schen maechscap of zwagherscap natuerlic of gheestelic. Voort, 199 waer daer die een kersten ende die ander Iode of een heyden. | |
[pagina 469]
| |
200 Voort, waer dat hoer een of beide mit ghewelt daer toe ghe-201brocht waren. Voort, waer dat een van oorden waer of van 202 priesterscap. Voirt, wair dat hoir een of beide anderen trouwe 203 had ghelooft. Voort, waer dat een of beide niet iarich ghe-204noech en waren. Voirt, waert dat enich van hem beiden ghe-205loeft hadde reinicheit. Voort, waert datsi mit malcanderen niet 206 te doen en mochten hebbenGa naar voetnoot205, dat mochtse doen versceiden. 207Ga naar margenoot207-221Die vijfte questi is: hoe grote sonde dat overspul mach we-208sen ende wat boete ende penitencie dat daer toe behoort? 209 Eerstewarf soe is overspel een roepende sonde, ghelijc dat 210 moert is. Abels bloet riep tot Gode wraeck vander aerden ende 211 alle dat bloet der overspeelres, datsi in vreemden vaten ghie-212ten, is wraeck-ghierich. Anderwerf so is overspul dieft ende 213 dootslach, want doe onse heer God gaf sijn gheboden den ioden 214 in enen stienen tafel gescreven, verboet hi overspul tusschen 215 dieft ende dootslach, recht of si der galghen ende des raets 216 sculdich waren. Der-[133c]dewarf so is een overspeelre een 217 ewe breker ende een eedebreker. Alle volc ende alle lande, 218 alle eewen, loyen ende secten houden echtscap voir een hoech 219 waerdich heilich dinck ende vergaderen dieGa naar voetnoot219 mit groter loften, 220 sekeringe ende eeden. Ende als een dan overspel doet, soe 221 heeft hi eede ende ewe ghebroken. 222Dit sijn die penitencien ende boeten die die overspeelre moet 223 doen, sal hi hem beteren. Eerstwerf soe sal hi vasten, peregri-224maedse gaen, haren clederen draghen ende mit roeden hem 225 gheescelen. Want hi in sinen lichaem ghesondicht heeft, soe 226 moet hijt weder mit sinen liven beteren. Anderwarf soe sal 227 hi aelmissen gheven ende die wercken der ontfermherticheit 228 hantieren an arme menschen ende gheestelike personen. Want 229 hi teghen sinen evenmensche misdaen heeft, soe moet hijt we-230der daer teghen beteren. Derdewarf so sal hi heilighe steden 231 versoecken, in godsdiensten dicwijl wesen, veel ghebeden spre-232ken, ende ander gheestelike oeffeninghe pleghen. Want hi te-233ghen die heilighe kerck ghebroken heeft, soe moet hijt mit 234 gheestelike dinghen beteren, opdat God hem ghenadich si ende 235 voor plaghe ende pijn hoeden ende beschermen ende sijn son-236den vergheven. Amen. |
|