Een liedje voor een cent(1969)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Windei De wind riep door het hok: ‘Hé, kip! Kip-zonder-kop! Zeg nog eens: tok-tok-tok een ei! En kijk er dan zo ernstig bij! Of je bij zoiets denken moet! Als je niet denkt gaat het ook goed. Zo'n ei dat gaat vanzelf, één... twee... drie... vijf... zes... elf... elf eieren op een rechte rij, elf eieren allemaal van mij, elf eieren boven in de lucht, elf eieren, omdat 'k één keer zucht. Zo'n ei dat is niet mis! Kijk eens hoe groot het is? Als het eens valt, is het nooit stuk. En 'k maak me helemaal niet druk om voer en groen en vieze wurmen! Hoor je míj soms van tok-tok urmen? Hé, kip! Kip-zonder-kop, Zeg daar nou eens wat op?’ ‘Zo'n ei van jou is een schandaal, het is niet rond, het heeft geen schaal. Het is een bolle blaas met lucht. Jij moest eens denken voor je zucht! [pagina 37] [p. 37] Als jij nooit wurmen eet en tok-tok-tok vergeet, dan blijven, heus wat ik je brom, je eieren altijd leeg en krom. Kijk liever naar je eigen eieren dan over die van mij te meieren!’ Vorige Volgende