Een liedje voor een cent(1969)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] [pagina 25] [p. 25] Leentje Buur Leentje Buur is nooit meer thuis, nooit meer woont zij in haar huis. Alle kamers zijn er kaal. Leentje zegt: ‘'t Is een schandaal! Iedereen, die bij me kwam, van me leende, van me nam, is nooit meer weerom gekomen. Nu is álles meegenomen! Zonder tafels, stoelen, bedden kan ik me toch echt niet redden. Zonder kleden, lampekronen kan een zinnig mens niet wonen. Zonder vorken, messen, borden zou een mens een viespeuk worden. Zonder potten, pannen, treven kan geen ordelijk mens meer leven.’ En omdat het zo niet ging lichtte ze de voordeurkling: dan zou ze het hálen gaan! Maar een jas had ze niet aan, zelfs geen jurk, zelfs geen hoed. Ze liep in haar ondergoed. Dat was oud en vol met gaten daarom was 't haar ook gelaten! Het huis staat al een tijd te huur, het lege huis van Leentje Buur. Vorige Volgende