Een liedje voor een cent(1969)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Dondersteen De kerk van Dommekrachten heeft er geen toren en geen klok. Die hebben ze vergeten en ook de vlaggestok. Ze gaan de toren bouwen als ieder klaar met eten is. Een toren met acht hoeken omdat dat ‘anders’ is. Maar niemand heeft er centen, en niemand weet goed hoe het moet. Zo'n toren is geen peuleschil van zevenhonderd voet. Ze hebben wel hun steentje, hun dondersteentje meegebracht. De toren wordt van dondersteen. Dat is niet gek bedacht. Maar toen het werk gedaan was, de klok erin, de vlag eruit, toen riep een Dommekrachter bang: ‘Gauw, vlug daar, achteruit!’ Zo zagen ze 't gebeuren: de toren ging steeds schever staan totdat hij op het kerkdak lag of hij wou slapen gaan. [pagina 15] [p. 15] En alle donderstenen die rolden voor het kerkportaal. Nu is de kerk gesloten voorgoed, voor allemaal. Vorige Volgende