Een liedje voor een cent(1969)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] De boot is aan Vooruit, ga niet zo voor me staan, dan kan ik het niet zien, 'k Sta hier al een minuut of tien of elf of twaalf of meer misschien. Ik ga hier niet vandaan! Nog even en de boot komt aan. Toe, ga niet op mijn tenen staan dan kan ik 'm niet zien: de boot van ongelukken van scherven en van stukken, van schrammen en van builen, en van een potje huilen, van bekers melk omstoten en van die hele grote en hele zwarte smeren op al je goeje kleren. Hé zeg, nou niet zo dringen! De boot komt daadlijk binnen. Je zult het zelf wel horen, ineens: aan boze woorden, aan harde, schelle stemmen, aan voeten, die vlug rennen. De boot is aan! De boot is aan! Ze roepen: ‘Jíj hebt het gedaan!’ Ik? Altijd ík en ík en ík! Ik krijg de schuld van alles! Stik! Vorige Volgende