Een liedje voor een cent(1969)–Miep Diekmann– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Bakbeest Achter in de dierentuin hoog in een eikenbomenkruin daar is het bakbeest soms te zien. Eén, twee, drie... tel maar tot tien, dan schudt hij met de takken, laat zich een eindje zakken. Hij heeft lange, dunne benen en geen voeten, maar wel tenen. Hoe zijn lijf is en zijn kop en het haar er bovenop, hoe zijn armen en zijn handen en hoelang zijn scherpe tanden - dat zou niemand kunnen zeggen voor ze 'm aan een ketting leggen. Maar zodra ze bij hem komen vlucht hij boven in de bomen, trekt de bak over zijn kop. Wie hem grijpt die krijgt een schop. Kijk, daar zit-ie op een tak; het bakbeest in zijn bullebak. Vorige Volgende