Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CLXXVII Als een gevangene in droeve cel tusschen de zware staven van het kleine zoldervenster door, zag ik door mijn oog-venstertje een kleine plek ver hemelblaauw. Vorige Volgende