Indien ik zoo als zij het leven zien kon, zoû ik het schoonste kunstwerk maken.
Indien ik zoo als zij het leven kon leven, was ik zelf het schoonste kunst-werk.
Daar het Leven 't schoonste kunst-werk is, is het maken van een kunst-werk iets minder dan het Leven stil en schoon te leven.
Maar voor hen, die eenmaal wetend zijn, is het zoetst te arbeiden om het Onwetende zoo dicht mooglijk te naadren.
Daar Zij geheel godlijk is, is Zij geheel onschendbaar. Al zoû zij, wat een dwaze angst mij nog gevaarlijk vinden doet, even zien in mijn bewegend Weten, zoû haar onbeweeglijkheid toch niet verandren. Al wat zij aanraakt, wordt daardoor daadlijk tot háar schoon gemaakt.