CXLV
Het bespeuren dat ik hem zoo door en door zie als hij niet kan vermoeden dat ik hem zie, geeft mij zelfs erbarmen met een slang of adder. Dat hij in mijne macht is, en zonder het te weten, maakt hem onschendbaar door mij.
Er zijn boomen, die zijn als slangen-nesten kronkelend tegen den hemel op.