Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten
(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend
[pagina 46]
| |
Ik stel ook veel belang in hoeveel bruggetjes er over slooten liggen op het pad naar Laren. Dat is zoo'n echt ouderwetsch en aardig paadje. Het duurt meer dan een uur. Dat zie je ook niet veel. Je ziet er uren wijd. Het gaat door 't hooge koorn en de geurige boekweit. Je kunt er ook gaan zitten op een schoonen zomerdag aan den rand van 't koornland en drinken met haar, daar je 't liefst meê bent, er roode kersenvruchten onder 't blauwe hemeldak. |
|