XXXVII
(Woensdag 27 October, middag)
Tot de beste menschen, die er geweest zijn, behooren waarschijnlijk even veel geschoolde als ongeschoolde. De allerbeste waren wellicht ongeschoold. Indien men te kiezen heeft, mag dit echter geen reden zijn tot het besluit ongeschoold te blijven. Evenmin als men er zich op kan toeleggen ‘een genie’ te worden.
Men moet zich gedragen alsof men gewoon was en scholing behoefde.
Indien genialiteit aanwezig is, zál die op haar tijd wel blijken.
Geen der ongeschoolde besten zoû het kwaad hebben gedaan geschoold te zijn geweest, zoo dan ook al geen goed.
Gesteld dat aan Academies alleen het verkeerde werd onderwezen, dan nog zoû werkelijk grooten of fijnen dat geen nadeel doen. Het fijne ontglipte er aan, het groote bleef er boven.
Deze veronderstelling is overigens onjuist. Niet het verkeerde, doch het doode, wordt, in 't algemeen gesproken, aan de hedendaagsche Academies onderwezen.
De Academies zijn geworden, niet: Levensscholen, doch: scholen der geschiedenis van het Leven.