XIX
Zoo als ik nu gesteld ben, zoû ik het graâg zoo dikwijls mogelijk wezen. Als het kon, áltijd. Het is: zich niet inspannen om tot iets moois te geraken, maar stil bij te wonen hoe van zelf de gave vruchten van uw leven, als vallende sparappels in bosch-stilte, door u worden gegeven.
Het is: bevredigend. De gedachte: of deze vruchten nu wel tot de zéér mooye behooren, mag zich niet voordoen. Het innige en klare besef dat zij het beste zijn, wat gíj geven kunt, voorkómt haar.
De betrekkelijke volkomenheid is, niet krachtens hare betrekkelijkheid maar krachtens hare volkomenheid, gelijk aan de absolute volkomenheid.
Een kleine cirkel heeft in de zelfde mate het wezen van een cirkel als een groote cirkel.