Verzamelde opstellen. Bundel 2
(1897)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend
[pagina 351]
| |
[pagina 353]
| |
Camille Lemonnier.La Faute de Madame Charvet.Het verschil tusschen boeken als deze en zoo-genaamde naturalistische, is wat aangaat de filosofiesch-theoretische thezis, die er uit af te leiden zoude zijn, dat in de naturalistische de zintuigelijk waar te nemen wereld het eigenlijke is, terwijl in deze het eigenlijke elders is en de zintuigelijk waar te nemen wereld, van dat eigenlijke de vreemde, dat is de met angstige verwondering aan-doende, verschijningsvorm. Komt de naturalistische letterkunde dus over-een met de leer van lagere-wijsbegeerte dat de ziel het voortbrengsel is van het lichaam, de idee van het gestel, de theorie van de praktijk, - in déze zijn de verhoudingen ómgekeerd en zijn de lichamen de in het ons omgevende donker juist nog even bespeurbare, manifestatiën van het, onzichtbare, zieleleven. Deze thezis en deze overeenkomst blijken natuurlijk niet leerstellig in de letterkundige werken, maar zijn te trekken uit den globalen indruk, dien zij maken. De indruk is de diffuse gevoel-begrips-voorstelling, welke na het lezen in den lezer blijkt. Niet dus de herinnering van het verhaal, maar de weerkaatsing van het, zij 't hèm onbewuste, algemeene levens-begrip-gevoel van den schrijver. Zoo na een naturalistiesch werk: de vreugde van het zoo (prachtig, enz.) helder massief zien der lichaam- | |
[pagina 354]
| |
menschen, met de duidelijke boomen, wolken, enz. (waar alleen een ‘kunstenaar’ zoo op letten kan). Zoo na een impressionistiesch werk: de vreugde over het ontmoeten der subjektieve kunstenaars-verrukking, als ruischende licht-wolken over de lichaam-menschen, bosschen enz. gespreid. Bij impressionisme beteekent het woord ‘ziel’: lyri sche zinnen-verrukking. De zielekracht besteedt zich aan de veredeling der zinnenwerking. Zoo na een psychiesch werk, als dit: de (gevoel-belangrijke) verwondering over de geheimzinnigheid der menschelijke verschijningen.
Indien het proces der ‘Sensatie’ een steil pad is waarlangs fijn, ononderbroken, van het zinnelijke in het achter- (boven-) zinnelijke wordt gegaan, tot zvaar het licht is - dan is psychiesch werk als dit de donkere wolken, die de laagste laag van het achter-zinnelijke zijn, welke aangekomen zijn en heennevelen over het zinnelijke.
Met het gezicht op de menschen, is dat op de omgeving veranderd. Zijn de menschen geen temperamenten meer, maar zielen, die als duistere, alleen in de blikken der oogen zich wel eens als verstoffelijkende, krachten onzichtbaar in de kast van het lichaam bewegen - de binnen- en buitenkamersche omgeving bestaat niet meer om haar zelf of als dekoratief milieu van het individu, doch alleen als plastische weêrspiegeling van den ziele-staat en als symbool van het inwendige gebeuren. Beschrijving-zonder-meer, dat is beschrijving die alleen bedoelt de uiterlijke gezichtsvoorstelling in de verbeelding des lezers te verlevendigen, is zeldzaam. Zinnen als: ‘Une gaîté de soleil en tra par la fenêtre ouverte’ of ‘Jusqu'aux approches du midi l'ombre des | |
[pagina 355]
| |
façades, de l'autre côté de la rue, estompait leurs fenêtres, le soleil ensuite glissait dans la coulée des toits et à plomb rasait les vitres’ - behooren tot het oppervlakkige deel van het boek, maar blijven er in passen daar zijn eigenaardigheid bestaat in de vermenging van het oud-naturalistische met het realistiesch-psychische, waardoor de vergemeenzaming met de nieuwe visie geleidelijk geschiedt, doch tevens de hoogere zuiverheid en intensief-heid van het werk aanmerkelijk lijdt.
Plastische weêrspiegeling van een zielestaat is: ‘leur pauvre ménage brisé que les meubles, les cadres au mur, l'air même des chambres lui reprochaient.’
Symbool van het inwendig gebeuren: ‘Elle sentit revenir la sécurité dans les cercles toujours plus larges de la clarté, l'embrasement irradié de la bonne nuit autour de la petite spirale dansante comme la vivante et claire atmosphère d'une conscience en paix.’
Dit boek van Lemonnier is zeer goed werk. Het is natuurlijk waar, dat dergelijke motieven als de beste hiervanGa naar voetnoot1) bij Maeterlinck zuiverder en fijner, meer als | |
[pagina 356]
| |
het gekondenseerd aroom van dezelfde visie, waarin Lemonnier nu gewerkt heeft, aangetroffen worden; maar het blijft uiterst veel genoegen doen dat deze voormalige uitmuntende naturalistische werker zich in deze andere levensvoeling zoo door en door heeft weten in te dringen. En deze inplanting van psychische symboliek in bazis van dagelijksche-levens-realisme, met de gemeenzame inleidingen en verbindingen der stukjes gewone beschrijving, houdt een overgegeven aandacht gaande. |
|