Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 259]
| |
Ga naar margenoot+Er is aldoor iets om mij heen, een telkens andre schoonheid van licht en kleuren. Ach, kon ik haar maar zien. Aan het licht op het voetpad en aan het bewegen en wentelen der schoon gekleurde wolken met hun zoet-felle goud-licht-randen meen ik het te zien, dat ik al-door gevoerd wordt door onbegrijpelijke heerlijkheden. Ik vind alles onbegrijplijk schoon: de wegen, de boomen, maar vooral de wolken met hun zacht bewegen. Elken dag is daar voor mij uit een donkerkleurge weg met plekken, door het boomloof heengevallen, zonlicht, telkens, tot het eind. Dat is toch zoo mooi, als er geen zon is, liggen op die plaatsen toch plekken bleek licht, duidelijk te onderscheiden. |