Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
AvondGa naar margenoot+...Als de kinderen vroolijk met mij geworden zijn, dan komt hun te binnen het heerlijke vermaak dat zij dien middag hebben gehad, toen zij huishoudentje of op-reis-gaan speelden. * Ga naar margenoot+...Haar kijken recht op mij toe, terwijl het hoofdje zich een beetje afwendt... (om te vragen of ik iets niet erg vind) * Als iemand u iets bizonders vertelt met het blijkbare genoegen u te verrassen met iets aardig nieuws, moet gij nooit antwoorden dat gij het reeds wist en hem dus te leur stellen. Als het een lang grappig verhaal is, dat gij reeds kendet, zult gij het best uwe belangstelling kunnen gaande houden door er aan te denken hoe grappig de verteller het zelf moet gevonden hebben, níet hieraan, hoe gij op 't oogenblik voor hem zit te veinzen, want dat zoû te liefdeloos zijn. In 't algemeen, moet gij nooit iemand eene hem onaangename waarheid zeggen, indien dit niet noodzakelijk is. Indien gij namelijk beminnelijk, dat is wel-levend zijt, zijt gij in dienst eener hoogere waarheid dan indien gij oprecht zijt. Indien gij het nuttig acht voor iemand hem een onaangename waarheid te zeggen, moet gij hem appart nemen, hem voorbereiden en het hem dan vertrouwelijk zeggen. |
|