Het leven van Frank Rozelaar
(1982)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrechtelijk beschermdMiddagGa naar margenoot+De lucht, die ik opsnoof, was zoo frisch en fijn. Aangenaam suisde de wind door de boomen. De lucht was bleek blaauw met witte streken, die sluyers geleken. Een beetje zilveren zon was er ook. De spichtige sparrenboeketjes stonden naald-fijn. | |
[pagina 84]
| |
Ik hoorde mijn voetstappen prettig geluid maken. Toen ik mij omkeerde zag ik den zachten zonneschijn en zei: wat is het mooi! Ik ging er stil door heen gaan bijna weenen, de boomen bleven roerloos staan om mij henen. * |