274 A
Baarn, 20 April 1904
Geachte Heeren,
In antwoord op uw schrijven van gisteren betreffende het artikel van Is.P. de
Vooys over Gorter, breng ik u in herinnering dat wij
zijn overeengekomen de beslissing omtrent die bijdrage op te dragen aan den Heer
Jac. van Looy, en dat deze arbiter mij in mijn bezwaren heeft gelijk gegeven.
Van plaatsing dier bijdrage kan dus geen sprake zijn.
Verklaringen van den auteur over het stuk kunnen hierin geen verandering brengen.
Met opzet of zonder er in gebracht, de tegen mij gerichte strekking van het
artikel zal ieder, die van nabij met de letterkundige geschiedenis van den
laatsten tijd bekend is, even duidelijk zijn als zij het aanstonds aan den door
ons gekozen arbiter was.
De Heer Tak zal u waarschijnlijk eerst-daags schrijven.
Met hoogachting
de Uwe
K.J.L. Alberdingk Thijm