274
[aan L. van Deyssel]
Amsterdam, 18 April 1904
Rokin 74-76,
hoek Wijde Kapelsteeg.
Wel Edel Geb. Heer,
De Heer Verwey schrijft ons aangaande het artikel van den Heer de Vooys het
volgende:
‘Nadere bezwaren van den Heer Thijm tegen Is.P. de Vooys' artikel over Gorter zijn niet bij mij ingekomen. Ik heb het stuk nog
eens gelezen en daar niets in gevonden dat op den Heer Thijm doelen kon. Ten
overvloede heb ik den auteur gevraagd wat ervan waar mocht zijn, die mij
antwoordde dat hij in het stuk niet alleen den Heer Thijm niet genoemd, maar ook
bij het schrijven niet aan hem gedacht heeft. Ik twijfel niet of de Hr. Thijm
zal met zulk een ruiterlijke verklaring tevreden zijn, en kan het stuk dan weer
op de lijst gebracht.’
Beleefd verzoeken wij U ons te willen melden of U met die verklaring genoegen
neemt en wij dat artikel in een der eerstvolgende nummers kunnen opnemen.
Van den Heer Tak mochten wij ondanks onze herhaalde reclames nog geen antwoord
ontvangen.
Hoogachtend
Uw dw.
Scheltema & Holkema