270
[niet verzonden]
Baarn, 17 Maart 1904.Ga naar voetnoot346
Waarde Tak,
Ik kan niet begrijpen dat, wat men U ook van
mij verteld of met de stukken er bij schijnbaar aangetoond moge hebben, gij 't
zoudt gelooven zonder mij eerst gehoord te hebben.
Ik verzoek U dus dringend mij alsnog een dag en uur van samenkomst te willen
opgeven.
Met hartelijke groeten
t.t.
K.J.L. Alberdingk Thijm.
|
-
voetnoot346
- De XXe Eeuw, 10e jrg., dl. I,
aflev. 3, maart 1904, was aldus samengesteld: Is.P. de Vooys, Bolland en de Sociaaldemokratie, p. 259-285, aldaar gedagtekend
December 1903; Henri Hartog, Buurtleven, p. 286-318;
Albert Verwey, Henri Hartog, † 24 Februari 1904, p.
319-320, aldaar gedagtekend Noordwijk aan Zee, 26-2-04 [niet herdrukt];
Maurits Uyldert, Ziele-zang, p. 321-332; Albert Verwey,
Jan Veth, p. 333-337, herdrukt in Proza, dl. VIII, Amsterdam, 1923, p. 205-208; L. van Deyssel, Als het dag wordt ..., p. 338-351, laatstelijk herdrukt in
De Adriaantjes [zie noot 319], p. 167-181; P. Bierens
de Haan, Over de waarde der persoonlijkheid, p. 352-382,
aldaar gedagtekend Rijsenburg-Utrecht 1902; L. van Deyssel, Allerlei (Beschrijvende en niet-beschrijvende
literatuur-Termen in de critiek), p. 383-384 [niet herdrukt];
Boekbeoordeelingen: T.J. de Boer [over] H. Blink, Geschiedenis
van den boerenstand en den landbouw in Nederland. Tweede deel.
Groningen, J.B. Wolters, 1904, p. 385-388.
|