234
2 februari 1903
Ga naar voetnoot317
Albert Verwey aan Frank van der Goes: ‘Zijn [Van
Eedens] twist met Thijm is me zeer tegen, omdat beide heeren m.i. te veel aan
zich zelf denken en te weinig aan het tijdschrift. Als Thijm een roman schreef
en Van Eeden wat meer gedichten zooals sommige in
zijn laatste bundel staan, dan zouden wij en zij oneindig meer gebaat zijn dan
door hun fraaiste worstelspel. (...) De “Nieuwe Gids” is te gronde gegaan omdat
één alles wou zijn. Zij beginnen dit spelletje opnieuw, in plaats van te
bedenken dat het Tijdschrift juist dáárdoor sterk geworden is dat het ieder
toestond zich zelf te zijn.’Ga naar voetnoot318
|
-
voetnoot317
- De XXe Eeuw, 9e jrg., dl. I, aflev. 2, februari 1903,
was aldus samengesteld: L. van Deyssel, Uit ‘Het leven van
Frank Rozelaar’, p. 131-155; C.G.N. de Vooys, Twee
Christendemokraten uit de veertiende eeuw, I, Jan van
Leeuwen, ‘die goede coc van Groenendale’, p. 156-182, aldaar
gedagtekend Assen, Nov. 1902; Ad. Herckenrath, Verzen (Herfst,
Van een liefde, I en II), p. 183-185; Jan Prins, Verzen (I, Komend voorjaar, II, Morgen zee, III, Zwarte hoofden, IV, Van een
meisje, V, De schuiten, VI, Zwerver), p. 186-192; L. van Deyssel, Tamboer-majoor, p. 193, aldaar gedagtekend 1902; A. Aletrino, Stille uren. [Derde, vierde en vijfde hoofdstuk], p.
194-227; Albert Verwey, Dichters en Partijleidster [n.a.v.
Kapitaal en Arbeid in Nederland, door H. Roland
Holst-van der Schalk], p. 228-236, herdrukt in Luide
Toernooien, Amsterdam, 1903, p. 161-177; W.G. Hondius v.d. Broek, Geschiedenis-vragen [voorzien van het aan Goethe ontleende
motto: ‘Es hat wohl einen Anfang, hat ein Ende, Allein ein Ganzes ist es
nicht’, p. 237-252; J.C. Hol, Muziek: Fidelio, p. 253-263;
L. van Deyssel, Aanteekeningen [over] Allerlei menschen, door J. de Meester, Amsterdam, 1902, p.
264-265, voor de eerste maal herdrukt in de Zevende bundel
Verzamelde Opstellen, Amsterdam, 1904, p. 117-118.
-
voetnoot318
- Geciteerd naar F. van der
Goes, Herinneringen aan Albert Verwey, in De Stem, 17e
jrg., juli-augustus 1937, p. 739-751, aldaar gedateerd 25 Juni '37; het
citaat a.w., p. 743.
|