De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
229[aan L. van Deyssel]
Amsterdam, 18 December 1902 Rokin 74-76
Wel Ed. Geb. Heer, Wij zouden de beteekenis van ons eigen bemiddelingsvoorstel al heel weinig begrijpen, als wij U wilden dwingen in het door U geredigeerde tijdschrift een artikel op te nemen dat tegen U gericht is. De drukker ontving daarom onmiddellijk na ontvangst van Uw brief order om het artikel van Dr. van Eeden te distribueeren, terwijl wij den auteur die de proef met zijn copie reeds ontving zullen melden,Ga naar voetnoot311 dat wij voorbarig geweest zijn in het zenden naar de drukkerij en dat het niet zal opgenomen worden. De Heer Verwey zou ons een pakket boeken zenden. Wij meenen dat Z.Ed. gaarne Poëzie, geschiedenis en Philosophie zou ontvangen en zou dus de romans & novellen aan U gezonden moeten worden. Wij zullen hem vragen welke tijdschriften hij ontvangt en welke hij het eerst wil blijven ontvangen. Uw voorstel betreffende de volgorde der splitsing komt ons afdoende voor. Wij zullen dat den Heer Verwey overbrengen en hopen U nader te schrijven. Hoogachtend,
Uw dw. Scheltema & Holkema |
|