228 A
[aan L. van Deyssel]
Scheltema & Holkema's Boekhandel
Amsterdam, 15 Dec. 1902Ga naar voetnoot310
Rokin 74-76
Wel Edel Geb. Heer.
In opdracht van den Heer Groesbeek deel ik U mede dat wij heden copy ontvingen
voor een artikel van verweer tegen U van den Heer Fr. van
Eeden. Wij zonden dit artikel onmiddellijk naar de zetterij en hopen
U reeds morgen proef te kunnen zenden, alzoo tijdig genoeg om, zoo noodig,
maatregelen te treffen.
Hoogachtend,
Uw dw.
Scheltema & Holkema
|
-
voetnoot310
- De XXe Eeuw, 8e jrg., dl. II,
aflev. 12, december 1902, was aldus samengesteld: W.L. Penning Jr., Pelgrimstocht [voorzien van de noot: Uit den bundel Kamermuziek die dezen winter verschijnt bij den uitgever
S.L. van Looy], p. 631-651, aldaar gedagtekend Lente 1902; Henri Hartog, Buurtleven, p. 652-691; L. van Deyssel, Over
Wankunst, Eerste artikel, Tweede artikel, p. 692-707, postuum
herdrukt, en toen met opgave van alle varianten die de collationering aan de
hand van het handschrift oplevert, in de door H.W. van Tricht en Harry G.M.
Prick bezorgde Briefwisseling tussen Frederik van Eeden en
Lodewijk van Deyssel. Tweede herziene druk, 's-Gravenhage, 1981, p.
357-371; Frederik van Eeden, Gedichten (I, Kern van 't leven, II, De schat mijns harten),
p. 708-711; F. van der Goes, Kapitaalsconcentratie in
Noord-Amerika, p. 712-723; Kunst: Karel van de Woestijne, De Primitieven te Brugge, p. 724-750; J.C. Hol, Muziek: Fidelio in het Neue Stadt-Theater te Keulen, p.
751-759; Boekbeoordelingen: [T.J.d. B[oer], Plutarchus als
godsdienstig denker [zie noot 277], p. 760-761 en idem, Geestelijke Voorouders. Studiƫn over onze beschaving door
A.Pierson IV. Byzantium door D.C. Hesseling. Haarlem, H.D.
Tjeenk Willink & Zoon, 1902, p. 761-763.
|