De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd224[aan L. van Deyssel] Scheltema & Holkema's Boekhandel Telefoon no. 621.
Amsterdam, 25 Oct. 1902Ga naar voetnoot305 Rokin 74-76
Hoog Geachte Heer, Ik behoef U wel niet te schrijven, dat de kwestie betreffende de redactie van het tijdschrift De XXe Eeuw mij voortdurend bezighoudt en ik steeds zoekende ben naar eene goede oplossing. Altijd stuit ik daarbij echter op het groote gevaar, dat het tijdschrift loopt door het aanbrengen van eene belangrijke wijziging, zoodanig, dat de medewerkers en lezers verdeeldheid tusschen de redacteuren bespeuren kunnen. Dit nu zoude ik vóór alles zeer gaarne vermijden en heb ik daarvoor dan ook gaarne wat over, in den vorm van moeite en werk. Ik stel U daarom voor het volgende: 1e. Ik neem voor mijne verantwoording, dat de redacteuren vóór de verschijning in eene aflevering van het tijdschrift, niets van elkanders bijdragen te zien krijgen. 2e. De redacteuren nemen, zooals tot dusverre geschiedde, de bijdragen der medewerkers met wie zij in relatiën stonden en staan in ontvangst en zenden mij die bijdragen toe. | |
[pagina 222]
| |
3e. Van de bijdragen der medewerkers zend ik beiden redacteuren een proef toe, benevens natuurlijk aan de auteurs zelve. 4e. De redacteuren deelen mij geregeld maandelijks intijds mede in welke aflevering, en in welk gedeelte daarvan, zij hun eigen bijdragen en die welke van andere medewerkers afkomstig door hen zijn gezonden, willen of beter gezegd wenschen geplaatst te zien. 5e. Bijdragen na den 15e. van de maand door mij ontvangen, behoef ik niet in het eerstvolgend nummer op te nemen.
Deze voorstellen doe ik ook namens mijn associé Met de meeste hoogachting,
Uw dw. K. Groesbeek. |
|