220
Noordwijk/Zee
12 augustus 1902Ga naar voetnoot300
Amice, mijn brief naar Ukkel van den 2den, hoop ik dat
je ontvangen hebt. Tegelijk met deze zend ik nu naar Baarn proef van het bedoelde opstel. Wil zoo goed zijn het, met de
wijzigingen die je wenschelijk acht, aan mij terug te zenden. Op de bijdrage die
je voor een van de vier volgende nummers bestemde, blijf ik, zooals ik schreef,
rekenen voor het Septembernummer.Ga naar voetnoot301
Gegroet, t.t. A.V.
|
-
voetnoot300
- Met gelijke post had Verwey een brief
gericht aan Cateau Alberdingk Thijm-Horyaans, die hem op 13 augustus 1902
liet weten dat haar man nog niet in Baarn was teruggekeerd, maar dat zij
proef en briefkaart van Verwey had opgezonden aan zijn adres Hôtel de
Cologne, rue du Progrès te Brussel.
-
voetnoot301
- De XXe Eeuw, 8e
jrg., dl. II, aflev. 9, september 1902, was aldus samengesteld: G.J.P.J.
Bolland, Het recht [voorzien van het motto: Terug naar
Hegel!], p. 249-259, aldaar gedagtekend Leiden, Juli 1902; Jac. van Looy,
Feesten, VII (Vervolg der Wonderlijke
Avonturen van Zebedeus), p. 260-272; Karel van de Woestijne, Verzen uit den ‘Boomgaard der Vogelen en der Vruchten’:
Leie-zangen, I, II en III, p. 273-279; Frederik van Eeden, Over Woordkunst [voorzien van het aan Adriaan van Oordt,
Floris V, ontleende motto: O schijn van alle kwaad en
schijn van goed / er is geen teeken aan u opgeschreven], p. 280-304, aldaar
gedagtekend Juli 1902; Jos Loopuit, De socialisten en het
vraagstuk van de waarde, p. 305-329; Frans Coenen Jr., Laatste morgen, p. 330-352, aldaar gedagtekend Amst., Mei 1902;
Kunst: Karel van de Woestijne, De Primitieven te Brugge,
p. 353-366; J.C. Hol, Muziek, [Bayreuther Dagboek], p.
367-377.
|