De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd207Baarn [3 Januari 1902]
Amice, Met Everts zal ik mij vergist hebben. Boutens Platoon zond ik, omdat het toch maar over en weêr sturen is, naar den uitgever, met aangeving van het door jou voor den druk bepaalde gedeelte. Voor het eerst schijnt, juist nu, het Tijdschrift te laat te zijn, althands ik ontving het nog niet (3 jan. 6 u. nam.) Met verwondering zag ik ook thands voor het eerst je gevoelen, dat het vorig contract niet goed was. - Een medewerkerGa naar voetnoot280 vraagt mij of je je het onderwerp van Potgieters Brieven aan Huet wellicht voorbehoudt, daar híj het anders wil behandelen. - Met exkuus voor slecht schrift in haast en beste groet
je K.Alb.Thijm.
P.S. Ik heb nu nog ter beschikking: Prins en De Meester, samen naar schatting 1 vel, en zend die naar Groesbeek. Kleine bijdraagjes van mij wilde ik bewaren tot Maart.Ga naar voetnoot281 Bierens noemde niet het woord ‘voorwaarde’ bij zijn medewerking-toezegging. Ik noemde het maar zoo. Hij sprak alleen den wensch uit. - |
|