170
Baarn, 21 Augustus 1901. -
Amice,
Mocht het U gelegen komen, dan zoudt gij mij zeer verplichten, indien gij mij,
weder zoo als vroeger, aan eenig geld zoudt helpen. Het is te doen om iets als
ƒ150.- , deels om, waarschijnlijk met mijn wat oververmoeide vrouw, een
uitstapje te ondernemen, deels voor de huishoudkas. - Mocht gij hiertoe kunnen
en willen overgaan, dan verzoek ik U echter vriendelijk aan dit zoo min mogelijk
ruchtbaarheid te geven, daar ten eerste Gorter, die
reeds te veel voor mij deed, niet aangesproken zoû mogen worden, maar ik ten
tweede zelfs niet gaarne zag, dat hij moest denken dat er nu nog niet genoeg
voor mij gedaan was. Met andere woorden: mócht gíj tot dezen dienst genegen
zijn, dan ontbeerde ik toch liever uitstapjes enz., dan dat er anderen dan gij
zelf en hoogstens een enkele persoon uit uw naaste omgeving eventuëel bij
betrokken zouden worden. -
Met excuses en besten groet, de uwe
Karel Alb.Th.