De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd239Noordwijk/Zee 15 Septr. '97
Amice, Schrijf mij eens hoe het staat met de novellisten van wie bijdragen verwacht worden. Van Looy, Prins, Emants. Wie van hen zal voor het Novembernummer iets bijdragen? - Ik wou het weten omdat ik in 't begin van October dacht op reis te gaan, en vóor dien tijd liefst zoo veel mogelijk in orde had. Als je nu al je tweede gedeelteGa naar voetnoot646 aan Groesbeek sturen kondt, zou dat vast 2 vel zijn. 1 ½ vel van Prof. v.d. Vliet, over Christoforus,Ga naar voetnoot647 zijn gezet. Zelf heb ik 10 blz ingezonden. Ik heb twee keer getracht ze je te toonen, maar toen naar de drukkerij gebracht omdat ik ze namelijk ook als deel van een afzonderlijke uitgaaf te- | |
[pagina 246]
| |
gelijk met het Tijdschrift wou doen verschijnen. Zij zijn nl. een vierde en slot-artikelGa naar voetnoot648 bij mijn vroegere Toen de Gids werd opgericht..., dat nu in zijn geheel zal uitkomen. De uitvoeriger bespreking van den aktueelen Gids bevat dit intusschen niet, waartoe voor jou de gelegenheid openblijft. George schrijft mij: Ich denke gern an den langen schönen Redeflusz Thijm's über Maeterlinck. -Ga naar voetnoot649 Ik vermoed dat je nog in Hamburg bent, maar zal Cato verzoeken je dezen dan optesturen, want omtrent de te wachten kopie had ik graag zoo dra mogelijk inlichting. Bij ontvangst in H. verzoeke mijn beste groeten aan Prins.
tt Albert Verwey |
|