De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd228Noordwijk/Zee 12 Juli '97
Amice, Wees zoo goed mij bijgaanden briefGa naar voetnoot631 na lezing met je advies terug te sturen. Na lang overleggen vond ik beter mij te houden aan de hoofdzaak die daarin beschreven staat en niet te vervallen in het betoogende noch in het gemoedelijke. De verzen van Gorter in de Nieuwe TijdGa naar voetnoot632 - het eerste een verheerlijking van zijn hervonden geestelijke eenheid, het tweede het sonnet waarvan ik een afschrift heb - maken, zooals zij daar staan den indruk een liefdes-hymme aan de sociaal-demokratie en een uiting over het bij haar gevonden geluk te zijn. In Amsterdam waren ze ook o.a. door Jolles zoo opgevat. In Kras vond ik behalve Jolles ook Holst met wien ik onmiddelijk in diskussie kwam over de verhouding tusschen dichter-zijn en partijman-zijn, welke van de twee meer iemands dichterdaden moet beinvloeden. Een diskussie die me den trein deed missen en | |
[pagina 241]
| |
in gezelschap van Jolles in Amsterdam blijven. De jeugdige KalffGa naar voetnoot633 is nu werkelijk tot de R.K. kerk overgegaan. Als je wilt, stuur me dan tegelijk met den brief ook de Rekg. Courant terug die je nog hebt. Beste groeten. Mijn verzen zal ik plaatsen,Ga naar voetnoot634 maar zeg dan nooit meer dat ik op jou een invloed heb die vergelijkbaar is bij den invloed van jou op mij. Adieu. Groet Cateau.
tt Albert Verwey |
|