227
[poststempel
Noordwijk aan Zee,
3 Juli 1897]
Amice,
Ik was juist van plan na afloop van de feestelijkheden die ik je telegrafeerde,
te weten het verlovingsdiner van mijn broer en de schoonzuster van Berlage, en
het bezoek van mijn jongste tante, - Dinsdag naar Amsterdam, waar ik van doen heb, en van daar naar Baarn op reis te gaan. Ik dorst je waarlijk niet bezwaren met de
familievreugd die ons hier Zondag en Maandag omzwieren zal. Wil je nu Dinsdag
hier komen, Woensdag of Don- | |
derdag met mij naar Amsterdam gaan en
mij misschien nog een dag meê naar Baarn nemen, of ga je huiswaartsGa naar voetnoot630 en
wacht mij daar?
Ik ben erg verlangend je te zien en verlegen erover dat ik je nu zoo moest
afblazen, maar ik weet te goed dat er geen rustig oogenblik voor ons zou
overschieten. Laat mij gauw weten. In haast voor de post.
Je
Alb. V.
|
-
voetnoot630
- Van Deyssel had Verwey op 3 juli 1897 vanuit Den Haag, waar hij ten huize van de schilder H.J. Haverman
logeerde, langs telegrafische weg gevraagd, of hij op 4 juli in Noordwijk welkom was. Wanneer precies Villa Nova door Van Deyssel werd aangedaan, is niet geheel
duidelijk. Op 7 juli 1897 schreef Van Deyssel aan zijn vrouw dat hij, samen
met Verwey, Donderdagmiddag [8 juli] om 5 of 6 uur in Baarn arriveren zou.
Inmiddels was de juli-aflevering van het Tweemaandelijksch Tijdschrift, 3e
jrg., aflev. 6, verschenen, aldus samengesteld: Heyn van Cortryck, Van het oude Londen, p. 389-404; A. Aletrino, Stille uren, p. 405-415, aldaar gedagtekend 18 April '97; R.A.
Kollewijn, De spellingskwestie, p. 416-435; Henri Hartog,
Een zomeravond, p. 436-461; G.J.P.J. Bolland, Continua & Discreta/Nieuwe beschrijving van oude
verlegenheid, p. 462-481, aldaar gedagtekend Leiden, Juni 1897; Jan
Kalff, Onderzoekingen naar dertiend' eeuwsche schilderkunst in
Nederland, p. 482-509; J. de Koo, Theologische en
Sociale Politiek, p. 510-531; A. V(erwey), Moderne
Wetenschap of Bijbelsche Traditie? Beoordeeling van Ds. Zeydner's
Referaat over de houding der Evangeliedienaars ten opzichte van het Oude
Testament, door G. Hulsman, Predikant te Zandvoort, - Utrecht, Kemink
& Zoon, 1897, p. 532-534, aldaar gedagtekend 13 Juni '97.
|