De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd182Baarn 23 September 1896
Waarde Vrienden, Weest wel bedankt voor uw laatsten brief en voor den gelukwensch op mijn verjaardag.Ga naar voetnoot554 Wees zoo goed Annie een zoentje te geven van mijnentwege om haar te bedanken. Het komt mij voor dat dat kleine meisje nu toch waarlijk al wat erg lang van uw gastvrijheid het voorwerp is. Maar ik hoop dat jullie eenvoudig zullen zeggen als het om de een of andere reden allengskens een einde moet nemen. In den toestand van Cateau is, ofschoon ik 't voor haar verbloem, niet de minste verbetering. Gisteren b.v. had zij een dag precies zoo als er zes weken geleden voorkwamen. Het is ook niet erger, maar 't blijft het zelfde: óp en néêr. Zij moet steeds permanent te bed liggen en is b.v. vandaag te zwak om rechtop te zitten. Niemant schijnt over den duur of het verloop iets met stelligheid te kunnen gissen. A. st. Saturdag is het 9 weken. Het kan 3, 4 maanden en nog langer duren. Telkens wisselen de medicijnen, maar geen heeft duurzaam baat. Het sleepende en sarrende van telkens schijnbare beterschap met telkens hernieuwing der pijnen schijnt de bizondere geaardheid dezer ziekte te zijn. - Wij moeten tot het JaegerGa naar voetnoot555 terugkeeren en ik vermoed, dat over eenige weken de dokter op (gewone) warme baden zal aandringen. Deze kunnen te Baarn genomen worden. Blijft dan alleen de moeilijkheid van het vervoer. Wij hebben wel een bad in huis, maar de dokter zegt dat in deze omstandigheden van een bad zonder behulp van gas- en waterleiding geen sprake kan zijn. Joopie is beter van de mazelen. Na hem heeft Jantje ze gekregen. Van dien is het briefje nu nog op de deur. Zoo dat Albert met een eventueel overwippertje nog maar wat zoû moeten wachten. | |
[pagina 199]
| |
Kobus van Looy schreef mij dat jullie samen bij Bolland en Verster waren.Ga naar voetnoot556 Zoo'n tocht te voet door Holland als zij nu maken, is iets aardigs. Ik las met genoegen dat George bij jullie is geweest. Het feit van het bestaan van dien Duitschen vriend en zijn betrekking tot Holland lijkt mij iets dat wij voor eenige jaren niet zouden hebben vermoed, dat dus nieuw en bizonder goed is. Mijn persoonlijke toestand blijft bij uitstek bevredigend.Ga naar voetnoot557 Maar ik moet telkens opstaan en kan dan nog wel proeven korrigeeren maar geïnspireerd zijn en schrijven niet. - Nu verlaat ik jullie weêr met vele hartelijke groeten
Karel Alb. Th.
C. vraagt of wij ook een mantel voor Annie zullen sturen. Er is er hier een goede. |
|