178
Baarn 24 Augustus 1896
Amice,
Wel bedankt voor je beide laatste brieven. Na ongeveer drie weken buitengewoon
welvarend te zijn geweest en mijn nieuw beroep van ziekenoppasser niet zonder te
vredenheid te hebben vervuld, ben ik de laatste week wat moe geweest. Vandaar
mijn traagheid in de briefwisseling.
Cato gaat niet beter. Het wordt ook niet erger. Dit is al veel. Het blijft het
zelfde. Bedenkende, dat zij het vroeger 16 weken gehad heeft en het er nu pas
vier zijn, is dit niet te verwonderen.
De medicijnen wisselen af, maar niet bepaald in aangename eigenschappen. Op 't
oogenblik is het iets dat naar petroleum smaakt.
Wij verheugen ons er in, dat gij Annie zoo vriendelijk herbergt en dat het haar
zoo goed gaat. Kitty's brief heeft Cato erg veel pleizier gedaan.
Wij hopen maar dat het niet onbescheiden is haar nog eenigen tijd in deze
uitnemende omgeving te doen blijven.