De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd165Baarn 8 juni 1896
Amice, Gisteren bracht Boeken mij een bezoekGa naar voetnoot522 om namens de Redaktie van den Nieuwen Gids officiëel de toetreding van dat tijdschrift tot het Tweemaandelijkschevoor te stellen. Zíj zouden aanbrengen, dus zeide hij, 1o. De, historische, naam van het tijdschrift; 2o, het staken der konkurrentie, en, daar mede verband houdende, 3o, de verbetering in de gezindheid van het volk of publiek, indien het zijn Jong-Holland weder vereenigd zoû zien; 4o, de abonnés, die nu alleen bij den Nieuwen Gids zijn ingeschreven en niet bij het Tweemaandelijksche; 5o, de eventueele abonnés, die nu noch het een noch het ander tijdschrift ontvangen om dat zij met tweespaltigen niet te maken willen hebben maar zich bij herwonnen eendracht zouden doen inschrijven; 6o, te verwachten puike kopie van Kloos, Boeken, Diepenbrock, Leopold, enz.; | |
[pagina 180]
| |
7o, in 't bizonder de medewerking van Stéphane Mallarmé, die een overeenkomst met den N. Gids heeft aangegaan.Ga naar voetnoot523 In ruil hiervoor was de wensch van Kloos en Boeken te worden opgenomen in de Redaktie van het Tweemaandelijksch Tijdschrift. Ik heb aan Boeken geandwoord zijn voorstel aan mijn mederedakteur te zullen overbrengen. Voords heb ik hem als mijn niet-officiëele meening te kennen gegeven, dat wij te vrede waren met den toestand, zoo als die nu is en dat een feitelijk redakteurschap van Kloos zeer waarschijnlijk niet door ons zoû kunnen worden aanvaard. Na eenige gedachtenwisseling zijn wij tot de, niet-officiëele en volkomen voorloopige, uitkomst geraakt, dat de zaak geschikt zoû kunnen worden en eenvoudig K. en B. als medewerkers tegen stevig honorarium tot het T.T. zouden toetreden, -indien er maar iets op gevonden kon worden om Kloos, zij 't slechts nominaal, tot een van den gewonen medewerkers onderscheiden medewerker te maken. K. namelijk blijkt dááraan bizonder te hechten. - Iets in de richting van het bedoelde zoû b.v. zijn K. als redakteur op den omslag te vermelden en een kontrakt met hem te sluiten waarin bepaald werd dat het redakteurschap alleen een eere-titel voor hem zoû zijn maar hem geen rechten gaf. Ik weet evenwel niet of hiertegen geen bezwaren zijn. - Verder vernam ik dat K., casu quo, hoopte of er niets tegen zoû hebben om, ook met jou, een mondeling onderhoud over deze aangelegenheid te hebben. In verband met deze quaestie, zijn er zaken te bespreken, die 't best, dunkt mij, mondeling behandeld kunnen worden. En daar K. en B. nu toch ook hier in de buurt zijn, wil je misschien eens komen konfereeren. -Ga naar voetnoot524 Met vriendschappelijke groeten,
Karel Alberdingk Thijm. |
|