De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd154Baarn, 14 februarie 1896.
Amice, Ik zoû graâg hebben dat bij de inrichting der aflevering mijn stukjes boekbeoordeeling op een andere plek kwamen te staan dan de ‘Zondag-ochtend’, ik bedoel: niet onmiddellijk het een na het andere. Zoû dat kunnen? De N. Gids van Februarie zal niet verschijnen. Maar het plan bestaat in Maart met een nieuwe, gereorganiseerde N.G. te debuteeren, onder een uitgebreide Redaktie.Ga naar voetnoot487 Wie daarvan de leden zullen zijn, kan ik niet gissen. Maar b.v. van v.d.G. zoû ik het niet aardig vinden om dat hij tegen ons steeds heeft gezegd de wedijver af te keuren. - Ik sprak Erens,Ga naar voetnoot488 die mij genegen scheen een afspraak te maken om in het Tweem. in elke aflev. b.v. een half vel tot zijn beschikking te hebben. Wat dunkt je daarvan? (op dezelfde manier als v.Deventer.) Ik heb nu kopie beschikbaar van Buysse, Coenen, Hartog en Roosdorp. Van de eersten stukken van 2 ½ vel, van den laatsten heele korte dingetjes. Ik zend die laatste maar naar Groesbeek. Misschien is er reeds nu plaats voor een of twee. In Maart krijg ik | |
[pagina 168]
| |
een novelle van Josephine Giese. Wij hebben dus novellen genoeg tot Aletrino weêr begint. Emants teruggezonden.Ga naar voetnoot489 - Wel gegroet
Karel A. Th. |
|