De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd15210 Febr. '96 Noordwijk/Zee
Amice, Ingesloten zend ik je twee bankbilj. à ƒ25, - (MN 92 en MO 3668). Tegelijk gaat er een postpakket met tijdschriften. Verontschuldig de traagheid waarmee ik vooral de Revue Blanche lees. Ik lees die tegenwoordig geheel en vind er zeer veel bizondersGa naar voetnoot481 in. Je stukjesGa naar voetnoot482 heb ik ontvangen; tot mijn wroeging; want een eigen stuk, over George, had ik onmiddelijk naar Amsterdam gestuurd. Mijn reden was dat ik het gauw gezet en zoo mogelijk als hoofdartikel wou hebben opgenomen. Snijder,Ga naar voetnoot483 van den Kunstkring, heeft me gezegd dat de uitnoodiging van George door 't bestuur wel zou worden goedgekeurd. Komt hij nu half Maart dan kan 1 Maart een artikel dat de aandacht trekt veel goed doen. Ik hoop dat ik je eventueel naar den Haag inviteeren mag. Bij Aletrino ben ik geweest. Hij was heel onbevangen, leek me. Van zijn roman sprak hij telkens als van een aanstaande bijdrage. Maar niet vóór het najaar. Hij en zijn vrouw zeiden beiden: Zeg, wat hebben we Thijm lang niet gezien. Ik kreeg den indruk dat er of geen boosheid meer zit of dat hij de meest volleerde simuleerder is die ik nog heb gezien. Chap vindt goed dat hij wordt uitgesteld. Van prof. Heymans een paar bladz. antwoord aan Jelgersma;Ga naar voetnoot484 die heb ik naar de drukkerij gestuurd. Veel groeten. 't Ga je wel.
tt Alb. V. |
|