De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd22Noordwijk/Zee 2 Novr. '94Ga naar voetnoot81
Amice, Ik heb Van Looy, Van der Horst en Van Deventer verzocht bijtijds klaar te zijn. Voor de volgende afleveringGa naar voetnoot82 zijn besproken:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||
Valt hier nog wat af dan is die plaats noodig voor boekbeoordelingen. Ik wou Verlaine's EpigrammesGa naar voetnoot91 bespreken, en vermoedelijk nog een belgischen dichtbundel die geannonceerd is, een enkel vers, kunst etc. Ik schrijf je dit gauw opdat je geen nieuwe bijdragen aanneemt. De verzen waaraan ik bezig was, zijn af.Ga naar voetnoot92 Zij zouden 20 blz beslaan; daar is dus geen denken aan. De kosten aan honoraria bedroegen dit keer nog geen 250 gld. Eergisteren ben ik bij Goes geweest. Voor twee weken had hij op verzoek van Witsen, bij Versluys een gesprek met Versl. en Kloos gehad. Versluys begon met in tegenwoordigheid van Kloos excuses te maken en te verklaren dat hij zich in April l.l. tegen Goes en mij zeer onbehoorlijk gedragen had,Ga naar voetnoot93 zei verder dat hij nu niet voort wou gaan voor er overleg was gepleegd met de eigenaars, en dat hij wenschte dat Goes de zaak in handen nam. Goes zei daarop te moeten beginnen met de verklaring dat hij in geen geval persoonlijk met Kloos meer zou samenwerken, en dat hij ook niemand anders vragen zou om met Kloos saam te werken. Eerste voorwaarde dus: uittreding van Kloos. De beide Versluysen, man en vrouw,Ga naar voetnoot94 waren daarvoor. Kloos ertegen. Goes was toen heengegaan met het zeggen dat hij over de zaak nog eens denken zou, maar in elk geval op die voorwaarde zou blijven staan. Goes leek me door Witsen half en half gewonnen voor het denkbeeld dat een-al was het dan maar alleen ten behoeve van Kloos voortgezette N.G. nog wel kon bestaan. Er was nog kopie (o.a. noemde hij de nalatenschap van Groeningen,Ga naar voetnoot95 maar zei tevens dat Tideman die scheen betaald te hebben) en een enkele novellist en schilder zouden misschien wel voor de redactie kunnen gewonnen worden. Ik heb hem gezegd dat ik natuurlijk de concurrentie niet aangenaam zou vinden; maar dat ik afgezien daarvan niet geloofde dat het de eenvoudigste en zekerste weg was om | |||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||
Johanna Elisabeth Hendrica Christina van Vloten-van
Gennep (1824-1906), echtgenote van Johannes van Vloten (1818-1883).
‘Mevrouw van Vloten was een opmerkelijke figuur. Zij leek mij, ook
nog op hoogen leeftijd, een krachtige vrouw met grooten geest,
karakteristiek Voltairiaansch, achttiende-eeuwsch. Toen ik haar
later eens op het strand te Noordwijk vlak langs de zee zag gaan,
blootshoofds en zoo, dat de gestalte in veel daglicht uitkwam vóór
het wijde hemelgewelf, achtte ik haar een zeer vitale
vertegenwoordigster der Voltairiaansche levensbeschouwing, voor wie
de lucht boven land en zee het kerkdak was.’ (Lodewijk van Deyssel,
‘Gedenkschriften’ p. 491).
| |||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||
Kloos te bevoordeelen; en dat een overdracht van abonnés daartoe geschikter zou zijn en ook een zuiverder toestand doen ontstaan.Ga naar voetnoot96 Hij geloofde wel dat Versluys er af wou, en als dat zoo was, zou hij in dien zin met hem spreken. Het tijdschr. had nog ongeveer 500 abonnés. Het schijnt dat Kl. nog blijft huizen op 't vroegere atelier van Witsen, waar nu Saar de SwartGa naar voetnoot97 woont. Zoo zei Etha FlesGa naar voetnoot98 tegen mijn schoonmoeder.Ga naar voetnoot99 Deze is hier en vindt je onze grootste prozaïst. - Ik had willen beginnen met te vragen hoe het met Cato haar hand gaat.Ga naar voetnoot100 Schrijf 't mij eens en nog wat meer als je lust hebt. Ons aller groeten
Alb. V. |
|