De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd101Noordwijk/Zee 28 Decr '93Ga naar voetnoot251
Amice, Ik had gisteren den heer de Voogd hier die dat weekbladGa naar voetnoot252 wil uitgeven. Het leek me dat hij twee kwaliteiten heeft om die onderneming iets goeds te doen worden: 1e geld; 2e gemis aan ingenomenheid tegen menschen die een stijl hebben. Wat hij tegen heeft is alleen dat hij oók niet ingenomen is tegen menschen die geén stijl hebben. Of zijn tijdschrift heel goed zal worden hangt dus grootendeels ervan af wie in den eersten tijd dat blad in beslag nemen. Door bij jou en mij te komen om een hoofdartikel heeft hij ons zelf al eenigszins daartoe uitgenoodigd, en ik geloof dat het in ons eigen belang zal zijn daarop integaan. Ik heb hem een stukje gegeven dat ik indertijd over Marlowe geschreven heb, maar ik alleen ben zoo weinig. Kun jij niet van de week nog iets maken of heb je niet iets dat je geschikt vindt, een fragment desnoods? Liefst natuurlijk een artikel, allerliefst een dat beter dan mijn fantazietje geschikt is voor hoofdartikel, maar anders in elk geval iets? Gaat het goed met je vrouw? De mijne is nu op maar nog niet beneê. Zij is deze keer bizonder wel. Ons kind heeft rood haar en weigert haar oogen op te slaan. Groet je vrouw van me en wensch haar weer vlug op de been te zijn. Dat is ook een beetje in mijn belang.
tt Albert Verwey |
|