De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904

332

Amsterdam 10 December 1902

Beste Karel,

Mien verzoekt mij je hartelijk te danken voor het gracieuse Sinterklaasgeschenk, dat zij van je mocht ontvangen. Zij hoopt dat je ons spoedig weer eens komt opzoeken ook om je dan te kunnen vertellen hoeveel genoegen je haar gedaan hebt.

Ik ben geheel strak en stram en verstijfd van de kou. Alles is droog en dor, nergens is meer water te zien, aan het IJ waant men zich in Nova Zembla - en pas 10 December. Wij kunnen er nog lang plezier van hebben! Overigens ben ik weer normaal.

[p. 321]

Op een avond hoorde ik van Ietje dat je dien avond het woord voerdet voor de Utrechtenaren.⁵⁰² Veel hartelijke groeten voor U allen,

tt

Arnold Ising.

502 Op 25 nov. 1902 had Thijm, op initiatief van W.G. Hondius van den Broek (1867-1913), in Hôtel des Pays-Bas te Utrecht voor een zeer select publiek voorgelezen uit eigen werk. Onder de 73 aanwezigen bevonden zich Laurens Alma, Frans Bastiaanse, J.A. en P. Bierens de Haan, Gerard Brom, Frans Coenen, Louis van Gorkom, Andrew de Graaf, Charlotte van Herwerden, Jac. en Titia van Looy-van Gelder, R.A. baron van Lynden, P.H. van Moerkerken, Hugo Nolthenius en Johan Wagenaar.