299
Amsterdam 19 April 1900
Beste Karel,
Uit het telegram van Mien, heb je vernomen dat ik voor eenige dagen naar Parijs was. Witsen en Jan Hofker waren er, en toen kon ik het niet houden om ze daar eens te gaan opzoeken. Wij hebben veel pret gehad. Het spijt mij dat het zoo ongelukkig trof; ik zou (doorgehaald: je) anders zeker naar je toegekomen zijn. Nu is het te laat, ik heb pas verlof gehad, en ik wil nu niet vragen om weer een dag weg te blijven.
's Avonds zou ik wel kunnen, maar je gaat om 9 uur naar bed en als ik dan laat kwam, zouden wij te weinig tijd hebben. Het spijt mij erg dat je zoo zwak bent. Kom maar gauw hier, dan zullen wij je wel opknappen.
Je moet me eens uitleggen, waarom je een week, alleen in Voorschoten bent gaan zitten, en hoe je aan het Hotel Deurloo bent gekomen.
Met heel veel liefs, ook van Mien,
Je
Arn. Ising.