De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd140Hôtel Eis.
Gerolstein, den 11 en Mai 1893
Amice, Wij hebben dus een 14-daagsch Rhijnreisje gemaaktGa naar voetnoot315 en zijn thans terug te Gerolstein. Wij hebben veel genoegen gehad. Het was eigenlijk, moet gij weten, de eerste maal van mijn leven dat ik in den eigenlijken zin op reis ben geweest, dat wil zeggen gedurende een reeks van nachten ongeveer telkens in een andere kamer en gedurende den heelen dag elken dag verblijven in bewegende vervoermiddelen of op tentoonstellingen enz., zonder daar tusschen ooit een uur (doorgehaald: of) van stil gesprek of mijmering. Wij hebben gebruik gemaakt van: kleine stoombooten, groote stoombooten, veeren, ponten, roeibootjes, zeilscheepjes, ezels, ponneys, liften, open rijtuigen, dichte rijtuigen, diligences, spoorwagens, ‘tandradspoor’, paardentrams, stoomtrams, draaimolens, enz. Daarin is veel dweepend aangenaams als een wals van Strauss: in een zacht snelle opvolging alles te zien wat een land heeft aan natuur- en kunstmoois. Ik ben dit aan U en de uwen verschuldigd. Ik had U een langen brief willen schrijven, maar tot mijn spijt is schrijven nog altijd niet dat wat ik hebben moet, merk ik. Tot 14 Mei ben ik hier. Stuur, als gij de goedheid wilt hebben mij met een brief of kaartbrief te verblijden, uw berichten tusschen 14 Mei en 3 Juni naar Bergen-Op-Zoom. | |
[pagina 195]
| |
Het boek van A.J. over Alb. ThijmGa naar voetnoot316 zal U bereikt hebben.
Vele hartelijke groeten van Karel Alberdingk Thijm. |
|