De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
135Monthermé-Ardennes - France. 30 Maart 1893.
Amice, Gisterenavond is uw zending mij zegevierend geworden. Heb dank voor uw zorg. Ik vind heel vriendelijk dat gij het hebt willen splitsen. Wil de overbrenger mijner erkentelijkheid bij de edelmoedigen zijn. - Met genoegen zag ik in uw laatsten brief het fiasco van den Heer H.H. Jr.Ga naar voetnoot308 Naar ik uit je berichten begrepen heb zijt gij niet aanwezig geweest bij het bruiloftsmaal van v.d.G. - Tot 10 April heb ik mij geakkordeerd, dan denk ik hooger op te gaan. In tientallen van jaren is in Maart niet zulk een reeks dagen geweest met weêr van den 1sten rang. - Het reizen per 3e Kl. is heel aardig, maar er is tegen (voor iemand, die zwak is), dat het zeer vermoeyend is. - Ik schrijf elken dag iets in een soort dagboek. - Gedurende de laatste dagen heb ik dagelijks 6 à 7 uur in de zon gelegen bij het bosch. - Een briefkaart is zooveel als een gesprek op de beurs, of even op straat, een brief 's avonds in een huiselijke kamer. Ik begin een brief, maar hij komt misschien niet gauw om dat er dagen zijn dat ik bijna niets kan schrijven zonder hinder. Vaarwel. t.t. K.A. Th. |
|