De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
om, behalve je huisgenooten eens iemand te zien. Mocht je - wanneer je beter bent - elders willen gaan wonen, dan geloof ik niet dat je het om de duiten hoeft te laten, want al je vrienden willen je, als je 't hun toestaat, dolgraag helpen. Je leven is natuurlijk niet hetgeen 't op dit oogenblik lijkt. Later rijdt je in een sneltrein Bergen op Zoom voorbij, omdat je juist dien kant uitmoet. Wat ik over De Nieuwe Gids schreef was onzin. Ik vond het toen maar zoo omdat Kloos het zoo beroerd had. Hij woont nog steeds met Hein Boeken en hij is wel zwak - maar toch een heeleboel beter. Met drinken is 't - ho maar! Hij wil niet uit, maar wandelt door de kamer en gebruikt zijn stokje weer, terwijl hij niet meer overdag slaapt en 's nachts wakker is. Witsen zond hem Aletrino op zijn dak, kreeg wat geld voor hem en zoo heeft hij weer een beetje aardigheid in zijn bestaan gekregen. Witsen zegt geen woord tegen U, als hij U ziet omdat hij verlegen is, en een enorme consideratie voor U heeft. Nu volgt er een heelen tijd niets, van hier tot Sydney, en dan (doorgehaald: vol) komt dat hij nooit iets weet te praten tegen iemand, dien hij voor de eerste, tweede of derde keer ontmoet. Op de Prinsengracht kwam hij een heelen winter geregeld bij mij. Wij hoorden wel bij elkaar, maar we vertelden elkander niets. Hij is zeer gesloten en kan volstrekt niet converseeren, en zoodra hij over een heele lange brug is, zegt hij in éens alles. Hij gaat trouwen met Betsy van Vloten. Ik denk niet dat ik daar veel last van zal hebben, want hij zal wel precies blijven doen, zooals nu. Zooals je weet woont onze vriend Chap Van Deventer met zijn hoogen hoed, zijn parapluie en zijn meissie op een bovenhuis in de Deymanstraat bij de Weesperzijde. Hij is wel aardig ingericht. Hij heeft zijn kamer vóór - daar merk je niets van het meissie - daarachter een alkoof en daar weer achter de kamer van het meissie uit een zingend koffiehuis in de Nes. Het meissie heeft het altijd razend druk met de huishouding en het verven van gangen en portalen en Chap brengt haar niet in de circulatie, hetgeen ik Mina wel deed. Het zussie van het meissie logeert tegenwoordig bij haar. Waarde Thijm, ik woon bij onrustige menschen, den Heer Gijselman en zijn wettige gade. De Heer Gijselman wordt door zijn familie genegeerd om dat hij zich slecht gedragen heeft. De Heer Gijselman is makelaar, maar schijnt er weinig van te doen te hebben. Omdat het zoo alleen met je vrouw vervelend wordt, hebben zij in den laatsten tijd kennis gemaakt met eenige tooneelartiesten van den Heer Charles de La Mar,Ga naar voetnoot293 en die komen dan met hun vrouwen een beetje laat in den avond bij den Heer Gijselman op visite - onder mijn kamer. Deze heeren en dames amuseeren zich met luid zingen, hard schreeuwen en dansen. Het consumabel betalen zij onder elkaar en hij die het feest bij zich aan huis heeft, betaalt het minst omdat hij er den meesten last van draagt. Laatst op een Zondag was het een oorverdoovend geweld. Om één uur klopte de Heer Gijselman een | |
[pagina 181]
| |
beetje hard op mijn deur. Ik riep binnen, maar hij hoorde het niet. Toen ging ik naar de deur en deed die open. ‘Ik heb een paar lui bij mij en zij zingen een beetje’ ‘Jawel’, zei ik, ‘dat hoor ik’. ‘Zou het U niet hinderen, want ik wou er niet graag morgen klachten over hooren?’ ‘Neen’, antwoordde ik, heel voornaam: ‘gaat u je gang maar. Veel plezier’. Waarde Thijm, het duurde tot vier uur en nu hebben zij het kleed beneden opgenomen en de spijkers uit den vloer gehaald, voor de voeten, vat je? voor den oudejaarsavond. Ik zal met Mina alleen zijn, want al de vrienden zijn uit de stad en Maussie bij z'n buren. Dus, wij kunnen er vanavond plezier van hebben. Met Mei, als de kachel weg kan, denk ik weer eens te verhuizen - maar de kamers zijn ruim en luchtig met veel ramen, een mooi uitzicht in de Kerkstraat en op het Amstelveld en twee nare bedden. Zoo af en toe speel ik nog eens comedie - om 't niet af te wennen - in Fedora,Ga naar voetnoot294 Maria Staart,Ga naar voetnoot295 Gijsbreght, Judith,Ga naar voetnoot296 De Poolsche Jood.Ga naar voetnoot297 Het gaat mij gemakkelijker af dan vroeger om dat ik meer over de menschen heen kijk en mijzelf niet zoo ongelukkig voel. Het is erg naar dat je zoo ziek bent geweest. Misschien zult ge je na eenigen tijd beter gaan voelen dan vóór de crisis - dan heb je er tenminste iets mee gewonnen. Maken je vrouw en kind het nu redelijk? Wat zal die dokter een wijsheid hebben moeten verkoopen! Kon je nog al met hem vinden en waait zijn hoed niet meer af? Twee jaren geleden logeerden wij samen in Antwerpen, maar je kon niet slapen omdat het zoo rookte. In dat laatste koffiehuis op die bruinroode bank, zaten wij wel plezierig. Hartelijk hoop ik dat je in het volgende jaar gelukkiger moogt zijn. Vele groeten voor Kato en Joopie. Geloof mij, als steeds, Je vriend
Arnold Ising Jr. |
|