| |
| |
| |
Bronnen en litteratuur
Ongedrukte bronnen
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: |
M1112, IIIE 30a, IIIH 4. |
|
Gouda, Gemeentearchief: |
Oud-archief 2832, 2834. |
|
's-Gravenhage, Algemeen Rijksarchief: |
Doop-, trouw- en begraafboeken (D.T.B.) Barendrecht 3a, Heinenoord 1, Hoornaar la, Nieuwpoort 2 en 8, Rokkanje 1, Zoetermeer 3. |
Hof van Holland 384-387, 5213-5230, 5655. |
Hoge Raad 1000. |
Holland 1384, 2583j, 2584, 2590, 2619 j en 1, supplement Holland 1117. |
Kol. Arch. 971 f. 27. |
Particuliere notulen Amsterdam 1. |
Rechterlijke archieven Zuid-Holland (R.A.Z.H.) Brielle 1, Schoonhoven 2322, Woerden 3. |
Staten-Generaal 37-41, 3174, 3175, 4921-4930, 6889, 7474, 12.163, Loketkas Admiraliteit 26, Loketkas Particuliere stukken 52. |
|
's-Gravenhage, Archief van het genootschap de Nederlandse Leeuw: |
Reisverslag van Cornelis van Beveren 1612-1613. |
|
Rotterdam, Gemeentearchief: |
Arch. Rem. Kerk Rotterdam XL 31. |
|
Rotterdam, Gemeentebibliotheek: |
Handschriftenverzameling van de remonstrantse gemeente 26, 36, 48, 129, 131, 151, 168, 271, 273, 286, 305, 342, 343, 361, 362, 525, 595, 712, 724, 734, 735, 973, 978, 1292, 1472, 1654, 1655, 1660, 1665, 1754, 1808, 2182. |
|
Kerkelijke archieven: |
Acta van de classes Alkmaar (no. 1, 1610-1623), Den Briel (E II, 1594-1609, en E 3a, 1609-1623), Delft (classis 's-Gravenhage no. 137, 1603-1621), Dordrecht (no. 6, 1615-1626), Edam (no. 96, 1605-1628), Gorinchem (classis Heusden, archief van de voormalige classis Gorinchem, no. 2, 1588-1618), Gouda (no. 1, 1617-1638), 's-Gravenhage (no. 2, 1607-1636), Haarlem (no. 2, 1603-1620), Leiden (no. 3, 1585-1618), Rotterdam (no. 3, 1604-1619, vanaf 1610 in gebruik bij de remonstranten, en no. 4, 1610-1624, in gebruik bij de contra-remonstranten), Woerden (no. 7, 1617-1626). |
Notulen van de kerkeraden van Alkmaar (no. 1, 1604-1609, en no. 2, 1613-1623),
|
| |
| |
Assendelft (ongenummerd, 1594-1703), Barendrecht (no. 1a, 1591-1604), Berkel en Rodenrijs (ongenummerd, 1588-1709), Den Briel (A 4, 1616-1629), Charlois (no. 1, 1605-1664), Edam (no. 1, 1594-1611, en no. 2, 1611-1654), Graft (no. 1, 1622-1644), Haarlem (no. 3, 1608-1621), Hem (no. 8, 1612-1646), Hillegersberg (no. 3, 1605-1625), Krommenie (no. 1, 1603-1659), De Lier (no. 1, 1582-1660), Monnikendam, Naaldwijk (no. 8, 1572-1709), Nieuwkoop (no. 5e, 1619-1647), Noordwijk (ongenummerd, 1620-1754), Oosterland (ongenummerd, 1597-1633), Oudewater (ongenummerd, 1586-1621), Purmerend (no. 1, 1611-1640), Ridderkerk (no. 2, 1603-1645), Schipluiden (no. 1, 1594-1615, en no. 2, 1616-1646), Schoonhoven (no. 1 A, 1614/1618-1660), Stolwijk (no. 14), Uitgeest (no. 2, 1624-1668), Voorschoten (no. 1, 1615-1782), 't Woud (no. 1, 1587-1682), Zevenhuizen (no. 1, 1603-1640), Zwartewaal (no. 11, 1611-1711). |
Notulen van de Waalse kerkeraden van Amsterdam (no. 1a-1c, 1585-1625), Dordrecht (no. 46, 1586-1675), Haarlem (no. I, 1586-1625), Leiden (no. 40, 1584-1611, en no. 41, 1611-1648). |
Diaconieboek van de kerk van Hazerswoude (V.A., 1620-1637). |
| |
Gedrukte bronnen en litteratuur
Acta van de handelinge der dienaren, zijnde by de broederschap in het landt ghenomineert, ende byeengheroepen. Aenghevanghen den XXVI.sten mey 1624, s.l. 1625. |
Acta ofte handelinghen des nationalen synodi tot Dordrecht, Dordrecht 1621. |
Ampzing, Samuel, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland, Haerlem 1628. |
Andriessen, J., De Jezuïeten en het saamhorigheidsbesef der Nederlanden 1585-1648, Antwerpen 1957. |
Baalen, D. van, Zondagsarbeid in Maassluis vóór 1666, Zuid-Holland, I, 1955, p. 95. |
Baudartius, G., Memoryen, 2 vol., 2e druk, Amsterdam 1624. |
Beafort, W.H. de, Vondels verhouding tot de kerkelijke en staatkundige twisten van den aanvang der XVIIe eeuw, De Gids, 1887, IV, p. 189. |
Becius, Johannes, Het ghesette exemplaer der godloosen: ofte historie Sodomae ende Gomorrae, eertijts verclaert in XXV predicatien uyt Genes. cap. XVIII ende XIX, tsamenghestelt door Aegidius Ioh. fil. Becius, Annhem 1638. |
Beeckman, Isaac, Journal tenu de 1604 à 1634, publié par C. de Waard, 4 dln., La Haye 1939-1952. |
Beins, Ernst, Die Wirtschaftsethik der calvinistischen Kirche 1565-1650, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, XXIV, 1931, p. 81. |
Beschrijvinge der stadt Rotterdam, Leiden 1942. |
Beuningen, W. van, Het geestelijk kantoor te Delft, Arnhem 1870. |
Bik, J.G.W.F., Vijf eeuwen medisch leven in een Hollandse stad, Assen 1955. |
Birdwood, Sir George, en William Foster, The register of letters etc. of the gouvernour and company of merchants of London trading into the East Indies 1600-1619, London 1893. |
Bisschop, W., De woelingen der Leicestersche partij binnen Leiden 1586 en 1587, Leiden 1867. |
Bleiswijck, H. van, Vervolg van de beschryvinge der stadt Delft, Delft s.a. |
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek, 's-Gravenhage 1916. |
Bohatec, Josef, Calvins Lehre von Staat und Kirche, mit besonderer Berücksichtigung des Organismusgedankens, Breslau 1937. |
Bor, Pieter Christiaensz., Oorspronck, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, III en IV, Amsterdam 1681-1684. |
Borsius, J., Onuitgegevene akten der vergadering van eenige gereformeerde predi- |
| |
| |
kanten in 1616 te Amsterdam zamengekomen, Nederlandsch Archief voor Kerkelijke Geschiedenis, III, 1843, p. 195. |
Boxer, C.R., The Dutch seaborne empire, London 1965. |
Brandt, Caspar, Historie van het leven des heeren Huig de Groot, vervolgt door Adriaan van Cattenburgh, Dordrecht 1727. |
Brandt, G., Historie der reformatie en andere kerkelijke geschiedenissen in en omtrent de Nederlanden, 4 dln., Amsterdam 1660-1704. |
Brandt, G., en Sebastiaan Centen, Historie der vermaarde zee- en koopstadt Enkhuisen, 2 dln., Hoorn 1747. |
Bredero, G.A., zie Knuttel, J.A.N. |
Brouwer, D., De verhouding tusschen de kerk en de magistraat van Enkhuizen tijdens de Republiek, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, XXVII, 1935, p. 25. |
Brouwers S.J., L., Carolus Scribani 1561-1629, Antwerpen 1961. |
Buchell, Arend van, Diarium, uitgegeven door dr. G. Brom en dr. L.A. van Langeraad, Werken van het Historisch Genootschap, 3e serie, XXI, Amsterdam 1907. |
Buyskes, P.J., Predikanten in Noord Holland te plattelande anno 1609, Maandblad van het genealogisch-heraldiek Genootschap ‘De Nederlandsche Leeuw’, XIV, 1896, k. 73. |
Buitendijk, W.J.C., Het Calvinisme in de spiegel van de Zuid Nederlandse literatuur der contra-reformatie, Groningen 1942. |
Calkoen, J.F. van Beeck, Onderzoek naar den rechtstoestand der geestelijke en kerkelijke goederen in Holland na de reformatie, Amsterdam 1910. |
Callenbach, J.R., De Nederduitsche Hervormde Kerk, Rotterdam in den loop der eeuwen, II, 3e stuk, Rotterdam 1909. |
Carleton, Sir Dudley, Letters during his embassy in Holland 1615-1620, ed. London 1780. |
Carter, Alice Clare, The English reformed church in Amsterdam in the seventeenth century, Amsterdam 1964. |
Cats, Jacob, Al de werken, Schiedam s.a. |
Coolhaas, W. Ph., Een bron van het historisch gedeelte van Hugo de Groots De Jure Praedae, Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, LXXIX, 1965, p. 415. |
Cornelissen, J.D.M., Romeinsche bronnen voor den kerkelijken toestand der Nederlanden onder de apostolische vicarissen 1592-1727, I, 1592-1651, 's-Gravenhage 1932. |
Cos, Jan, Rechts-geleerde verhandelinge over de troubeloften en het daeropvolgende huwelyk, Hoorn 1738. |
Coster, Samuel, Werken, uitgegeven door R.A. Kollewijn, Haarlem 1883. |
Dathenus, Petrus, De CL psalmen des propheten Davids met eenige andere lofsangen, ed. Kruiningen 1957. |
David, J., Den ketterschen vleeschpot der smoorender onkuyscheydt, Antwerpen 1610. |
Deursen, A. Th. van, Honni soit qui mal y pense? De Republiek tussen de mogendheden (1610-1612), Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde, nieuwe reeks, XXVIII, no. 1, Amsterdam 1965. |
Dijk, K., De strijd over infra- en supra-lapsarisme in de gereformeerde kerken van Nederland, Kampen 1912. |
Dillen, J.G. van, Isaac Le Maire en de handel in actiën der Oost-Indische Compagnie, Economisch-Historisch Jaarboek, XVI, 's-Gravenhage 1930. |
Dillen, J.G. van, Documenten betreffende de politieke en kerkelijke twisten te Amsterdam (1614-1630), Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, LIX, 1938, p. 191. |
| |
| |
Dillen, J.G. van, Summiere staat van de in 1622 in de provincie Holland gehouden volkstelling, Economisch-Historisch Jaarboek, XXI, 's-Gravenhage 1940, p. 167. |
Doornbos, K., De synode van Dordrecht 1618/19 getoetst aan het recht der kerk, Amsterdam 1967. |
Douwen, W.J. van, Socinianen en doopsgezinden. Doopsgezinde historiën uit de jaren 1559-1626, Leiden 1898. |
Dozy, C.M., Kerk en staat te Leiden in het laatst der 16e en begin der 17e eeuw, Mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden over 1897-1898, Leiden 1898. |
Duker, A.C., Gisbertus Voetius, I, Leiden 1897. |
Dwinglo, B., Grouwel der verwoestinghe staende in de Heylighe plaetse: dat is, claer ende warachtig verhael van de voornaemste mis-handelinghen onbillijcke procedueren ende nulliteyten des nationalen synodi, ghehouden binnen Dordrecht, in de jaren 1618 ende 1619, 2 dln., Enghuysen 1622. |
Eggen, J.L.M., De invloed door Zuid-Nederland op Noord-Nederland uitgeoefend op het einde der XVIe en het begin der XVIIe eeuw, Gent 1908. |
Elias, J.E., Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen, I, 's-Gravenhage 1916. |
Elias, J.E., Geschiedenis van het Amsterdamsche regentenpatriciaat, 's-Gravenhage 1923. |
Episcopius, Simon, Praedicatiën, Amsterdam 1693. |
Evenhuis, R.B., Ook dat was Amsterdam. De kerk der hervorming in de gouden eeuw, I en II, Amsterdam 1965-1967. |
Eyck, J. van der, Corte beschrijvinghe mitsgaders hantvesten, privilegien, costumen ende ordonnantien vanden lande van Zuyt-Hollandt, Dordrecht 1628. |
Fokker, G.A., Geschiedenis der loterijen in de Nederlanden, Amsterdam 1862. |
Frijlinck, W.P., The tragedy of Sir John van Olden Barnevelt, Amsterdam 1922. |
Fruin, R., Verhaal der gevangenschap van Oldenbarnevelt, beschreven door zijn knecht, Jan Francken, Kroniek van het Historisch Genootschap, XXX, 1874, p. 734. |
Geesink, W., Calvinisten in Holland, Rotterdam 1887. |
Gelder, H.A. Enno van, De levensbeschouwing van Corn. Pietersz. Hooft, Amsterdam 1918. |
Gelder, H.A. Enno van, Vrijheid en onvrijheid in de Republiek, I, Haarlem 1947. |
Gelder, H.E. van, Een loterij in 1605, Die Haghe Jaarboek 1916, p. 161. |
Gelder, H.E. van, Hervorming en hervormden te Alkmaar, Oud-Holland, XL, 1922, p. 92. |
Gerlach, H., Het proces tegen Oldenbarnevelt en de ‘maximen in den staet’, Haarlem 1965. |
Geyl, P., Christofforo Suriano, 's-Gravenhage 1913. |
Geyl, P., Geschiedenis van de Nederlandse stam, I, 1948. |
Geyl, P., Van Bilderdijk tot Huizinga, Utrecht 1963. |
Goeters, Wilhelm, Die Vorbereitung des Pietismus in der reformierten Kirche der Niederlande bis zur Labadistischen Krisis 1670, Leipzig 1911. |
Graefe, F., Moy Lamberts Expedition ins Mittelmeer 1618, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 7e reeks, V, 1935, p. 73. |
Graefe, F., De kapiteinsjaren van Maerten Harpertszoon Tromp, Amsterdam 1938. |
Grevinchoven, N., Der remonstranten kerckgangh, 1619. |
Grevinghovius, Onveranderde uitgave van fondamentboeck van de ware christelijke ghereformeerde religie, met uytlegginghe over de woorden Jesu Christi Matth. 7 vers 15 door Christianus à Porta, Lemmer 1871. |
Groenewegen, H.Y., Het remonstrantisme te Rotterdam, Rotterdam in den loop der eeuwen, II, 5e stuk, Rotterdam 1906. |
Guicciardijn, Lowijs, Beschryvinghe van alle de Nederlanden, overgheset door Cornelium Kilianum, vermeerdert door Petrum Montanum, Amsterdam 1612. |
| |
| |
Haar, H.W. ter, Jacobus Trigland, 's-Gravenhage 1891. |
Haas, M. de, Een vijftiental brieven van Maurits Huygens aan zijn broer Constantijn, Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, L, 1929, p. 1. |
Haentjens, A.H., Simon Episcopius als apologeet van het remonstrantisme in zijn leven en werken geschetst, Leiden 1899. |
Hallema, A., Vlaardingen en Dordrecht als oudste Nederlandse galeiendepots, Tijdschrift voor Geschiedenis, LXVI, 1953, p. 69. |
Hallema, A., Geschiedenis van het gevangeniswezen hoofdzakelijk in Nederland, 's-Gravenhage 1958. |
Handboekje, Kerkelijk, uitgegeven door de synode der afgescheiden gereformeerde gemeente, gehouden te Hoogeveen, anno MDCCCLX, Kampen 1861. |
Hania Pzn., J., Wernerus Helmichius, Utrecht 1895. |
Hart, G. 't, De oude kerk te Scheveningen, 's-Gravenhage 1960. |
Hartog, J., Geschiedenis van de predikkunde in de protestantsche kerk van Nederland, Utrecht 1887. |
Hemessen, O.C. van, Jacobswoude en Woubrugge, Alphen aan de Rijn 1932. |
Heppe, Heinrich, Geschichte des Pietismus und der Mystik in den reformierten Kirche, namentlich der Niederlande, Leiden 1879. |
Hoeck S.J., F. van, Schets van de geschiedenis der Jezuïeten in Nederland, Nijmegen 1940. |
Hoffmann, Hermann Edler von, Das Kirchenverfassungsrecht der niederländischen Reformierten bis zum Beginne der Dordrechter Nationalsynode von 1618/19, Leipzig 1902. |
Hollweg, Walter, Heinrich Bullingers Hausbuch, Giessen 1956. |
Hooft, C.P., Memoriën en adviezen, Werken van het Historisch Genootschap, 2 dln. (nieuwe reeks, XVI, en 3e serie, XLVIII), Utrecht 1871-1925. |
Hooft, P.C., Brieven, Haarlem 1750. |
Hoogewerff, G.J., Journalen van de gedenckwaerdige reijsen van Willem IJsbrantsz. Bontekoe 1618-1625, 's-Gravenhage 1952. |
Hordijk, A. Pijnacker, Kerkelijk Naaldwijk, Nijmegen 1898. |
Huet, Cd. Busken, Het land van Rembrand, II, ed. Haarlem 1898. |
Huizinga, Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw, ed. Haarlem 1956. |
Hullu, J. de, De matrozen en soldaten op de schepen der Oost-Indische Compagnie, Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch Indië, LXIX, 1914, p. 318. |
Hullu, J. de, De handhaving der orde en tucht op de schepen der Oost-Indische Compagnie, Bijdragen alsv., LXVII, p. 516. |
Huygens, C., Ghebruik en onghebruik van 't orgel in de kerken der Vereenighde Nederlanden, Amsterdam 1659. |
Huygens, C., Gedichten, I en II, ed. J.A. Worp, Groningen 1892-1893. |
IJzerman, J.W., De reis om de wereld van Olivier van Noort 1598-1601, 2 dln., 's-Gravenhage 1926. |
Iongh, A.C. Crena de, G.C. van Santen's Lichte Wigger en Snappende Sijtgen, Assen 1959. |
Itterzon, G.P. van, Franciscus Gomarus, 's-Gravenhage 1929. |
Jaanus, H.J., Hervormd Delft ten tijde van Arent Cornelisz. (1573-1605), Amsterdam 1950. |
Jacobs, Joseph, Epistolae Ho-elianae. The familiar letters of James Howell, I, London 1890. |
Jacobsz., Broeder Wouter, Dagboek, uitgegeven door dr. I.H. van Eeghen, 2 dln., Groningen 1959-1960. |
Jager, H. de, De remonstranten en contra-remonstranten in het land van Voorne, in 't bijzonder te Brielle, in de jaren 1612-1619, Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis, III, 1889, p. 337, en IV, 1893, p. 196. |
| |
| |
Jager, H. de, Verweerschrift van den contra-remonstrantschen predikant Willem Crijnsze, door de Brielsche regeering afgezet en verbannen, Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, XVII, 1896, p. 107. |
James I, The political works, with an introduction by Charles Howard Mc Ilwain, Cambridge 1918. |
Janssen, H.Q., Catalogus van het oud synodaal archief, 's-Gravenhage 1878. |
Janssen, H.Q., en J.J. van Toorenenbergen, Brieven uit onderscheidene kerkelijke archieven, Werken der Marnixvereeniging, serie III, delen IV en V, Utrecht 1880-1885. |
Kaajan, H., De pro-acta der Dordtsche synode in 1618, Rotterdam 1914. |
Kaajan, H., De groote synode van Dordrecht in 1618-1619, Amsterdam s.a. |
Kamphuis, J., Een fragment uit de strijd van dominocratie contra Dominocratie, Goes 1959. |
Kan, A.H., De jeugd van Constantijn Huygens door hem zelf beschreven, Rotterdam 1946. |
Kemp, C.M. van der, De eere der Nederlandsche Hervormde kerk gehandhaafd tegen Ypey en Dermout, II en III, Rotterdam 1830-1833. |
Kemper, J. de Bosch, Geschiedkundig onderzoek naar de armoede in ons vaderland, Haarlem 1851. |
Keuren der stede van Oudewater des graefschaps van Hollant, Oudewater 1605. |
Kinschot, G.R. van, Beschryving der stad Oudewater, Delft 1747. |
Kist, N.C., Het kerkelijk orgelgebruik, bijzonder in Nederland, Archief voor de Kerkelijke Geschiedenis, X, 1840, p. 189. |
Kist, N.C., Neerlands bededagen en biddagsbrieven, 2 dln., Leiden 1848-1849. |
Knappert, L., Geschiedenis der Nederlandsche Hervormde kerk, I, Amsterdam 1911. |
Knappert, L., Remonstrantsche hagepreek Ao. 1621, Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden, en Rijnland, 1920, XVII, p. 97. |
Knipscheer, F.S., Abdias Widmarius, predikant te Uitgeest, en het kerkelijke leven eener gereformeerde gemeente in de XVIIe eeuw, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, III, 1905, p. 291 en 396. |
Knipscheer, F.S., De vestiging der gereformeerde kerk in Noord-Holland 1572-1608, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, V, p. 137. |
Knuttel, J.A.N., Werken van G.A. Bredero, 3 dln., Amsterdam 1921-1929. |
Knuttel, W.P.C., Reinier Telle, De Gids, 1886, IV, p. 1. |
Knuttel, W.P.C., De toestand der Nederlandsche katholieken ten tijde der Republiek, 's-Gravenhage 1892. |
Knuttel, W.P.C., Acta der particuliere synoden van Zuid-Holland, 1621-1700, I, 1621-1633, 's-Gravenhage 1908. |
Knuttel, zie Pamfletten. |
Knuttel-Fabius, Elize, Oude kinderboeken, 's-Gravenhage 1906. |
Kok O.F.M., J.A. de, Nederland op de breuklijn Rome - reformatie, Assen 1964. |
Koning, J., Geschiedkundige aanteekeningen betrekkelijk de lijfstraffelijke regtsoefening te Amsterdam, voornamelijk in de zestiende eeuw, Amsterdam 1828. |
Kroniek van het Historisch Genootschap, XXII, 1866, en XXX, 1874. |
Kühler, W.J., Het Socinianisme in Nederland, Leiden 1912. |
Kühler, Geschiedenis der Nederlandsche doopsgezinden in de 16e eeuw, Haarlem 1932. |
Kühler, Geschiedenis van de doopsgezinden in Nederland, II, Haarlem 1940. |
Kuyper, H.H., De opleiding tot den dienst des Woords bij de gereformeerden I, 's-Gravenhage 1891. |
Kuyper, H.H., De post-acta of nahandelingen van de nationale synode van Dordrecht in 1618 en 1619 gehouden, Amsterdam s.a. |
Laan, N. van der, Uit Roemer Visschers brabbeling, 2 dln., Utrecht 1918-1923. |
Langeraad, L.A. van, Handelingen van de vergaderingen van correspondentie van
|
| |
| |
1614-1618 in Holland gehouden, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, I, 1902, p. 47 en 163. |
Leeghwater, Jan Adriaensz., Een klein kronykje omtrent den oorsprong en de vergrooting der dorpen van Graft en De Rijp, uitgegeven door J.H. van Lennep, Haarlem s.a. |
Leeuwen, Simon van, Costumen, keuren ende ordonnantien van het baljuschap ende lande van Rijnland, Leyden 1667. |
Lennep, M.F. van, Gaspar van der Heyden 1530-1586, Amsterdam 1884. |
Ligtenberg, Christina, De armezorg te Leiden tot het einde van de 16e eeuw, 's-Gravenhage 1908. |
Linde, A. van der, Het oudste gezangboek voor de openbare godsdienstoefeningen in de Nederlandsche gereformeerde kerk, 's-Gravenhage 1869. |
Lionello en Suriano, Brieven uit Den Haag uit de jaren 1616, 1617 en 1618, Werken van het Historisch Genootschap, nieuwe serie, XXXVII, Utrecht 1883. |
Livre synodal contenant les articles résolus dans les synodes des églises wallonnes des Pays-Bas, I, 1563-1685, La Haye 1896. |
Manen, Charlotte Aleida van, Armenpflege in Amsterdam in ihrer historischen Entwicklung, Leiden 1913. |
Marnix van St. Aldegonde, Philips van, Godsdienstige en kerkelijke geschriften, I en II, 's-Gravenhage 1871-1873. |
Maronier, J.H., Korte geschiedenis van het godsdienstonderwijs in de christelijke kerk, II, Purmerend 1882. |
Maronier, J.H., Jacobus Arminius, Amsterdam 1905. |
Melles, J., Het huys van leeninge. Geschiedenis van de oude lombarden en de stedelijke bank van lening te Rotterdam, 1325-1950, 's-Gravenhage 1950. |
Meteren, Emanuel van, Commentarien ofte memorien van den Nederlandtschen staet, handel, oorloghen ende gheschiedenissen, ed. 1608. |
Mieris, Frans van, Handvesten der stad Leyden, Leyden 1759. |
Moerkerken, P.H. van, Het Nederlandsch kluchtspel in de 17de eeuw, 2 dln., Sneek s.a. |
Mooij, J., Geschiedenis der protestantsche kerk in Nederlandsch-Indië, I, Weltevreden 1923. |
Moryson, Fynes, An itinerary containing his ten yeeres travell, 4 dln., Glasgow 1907-1908. |
Muller, P.L., Onze gouden eeuw, 3 dln., Leiden s.a. |
Muller Fzn., S., Schetsen uit de Middeleeuwen, nieuwe bundel, Amsterdam 1914. |
Mundy, Peter, Travels in Europe and Asia 1608-1667, IV, London 1925. |
Murris, R., La Hollande et les hollandais au XVIIe et au XVIIIe siècle, vus par les français, Paris 1925. |
Muylwijk, P.D., Vervolgd en toch overwinnaars. Historisch verhaal uit de zeventiende eeuw, Gouda z.j. |
Naber, S.P. L'Honoré, Reizen van Willem Barents, Jacob van Heemskerck, Jan Cornelisz. Rijp en anderen naar het noorden (1594-1597), 2 dln., 's-Gravenhage 1917. |
Nierop, Leonie van, De bruidegoms van Amsterdam van 1578 tot 1601, Tijdschrift voor Geschiedenis, XLVIII, 1933, p. 337; XLIX, 1934, p. 136; LII, 1937, p. 144 en 251. |
Nobbs, Douglas, Theocracy and toleration, Cambridge 1938. |
Noordeloos, P., De wederopbouw van de parochiën in de Streek, Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, V, 1963, p. 5. |
Oldevelt, W.F.H., Amsterdamsche archiefvondsten, Amsterdam 1942. |
Olthuis, H.J., De doopspraktijk der gereformeerde kerken in Nederland 1568-1816, Utrecht 1908. |
Openinghe, Provisionele, van eenige saecken die tzedert ettelijkcke jaren herwaerts
|
| |
| |
binnen der stede van der Goude voor-gevallen en gepasseert zijn, door een Gouds lief-hebber, 1637. |
Oudenhoven, Jacob van, Oud-Hollant, nu Zuyt-Hollandt, Dordrecht 1654. |
Overbury, Sir Thomas, The miscellaneous works in prose and verse, London 1856. |
Overvoorde, J.C., Rekeningen van de gilden van Dordrecht (1438-1600), Werken van het Historisch Genootschap, 3e serie, no. 6., 's-Gravenhage 1894. |
Pamfletten Knuttel 1106, 1441, 1442, 1450, 1599, 1780, 1840, 1942, 1982, 2016, 2017, 2075, 2089, 2126, 2127, 2130, 2138, 2253, 2382, 2385, 2388, 2412, 2525, 2552, 2719, 2772, 2842, 2972, 3081, 3088, 3110, 3259, 3364, 3441, 3500, 3553, 3553a, 3555, 3560, 3568, 8031. |
Perron, E. du, De muze van Jan Companjie, Bandoeng 1948. |
Pikolet, Een altyd durende nieuwe jaar-ghifte, toe-ghe-eyghend ende ver-eerd aan alle Ghod-lievende jongghe luyden, anno 1624, Rotterdam 1624. |
Pitlo, A., De zeventiende en achttiende eeuwsche notarisboeken, Haarlem 1948. |
Placaet-boeck, Groot, 9 dln., 's-Gravenhage 1658-1786. |
Poelhekke, J.J., 't Uytgaen van den treves, Groningen 1960. |
Polman O.F.M., P., Heyman Jacobsz. en zijn sondaechs-schole, Archief voor de geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland, VII, 1965. |
Pont, J.W., Geschiedenis van het Lutheranisme in de Nederlanden tot 1618, Haarlem 1911. |
Post, R.R., Kerkelijke verhoudingen in Nederland vóór de reformatie, Utrecht 1954. |
Posthumus, N.W., De geschiedenis van de Leidsche lakenindustrie, II, 's-Gravenhage 1939. |
Poujol, D.-F., Histoire et influence des églises wallonnes dans les Pays-Bas, Paris 1902. |
Prakke, H.J., Kerkgang om nieuws, Assen 1955. |
Pringsheim, Otto, Beiträge zur wirtschaftlichen Entwickelungsgeschichte der vereinigten Niederlande im 17. und 18. Jahrhundert, Leipzig 1890. |
Quintijn, Gilles Jacobs, De Hollandsche Lijs, met de Brabandsche Bely: poetischer wyse voorgestelt ende gedicht, 's-Gravenhage 1629. |
Ravesteyn jr., W. van, Onderzoekingen over de economische en sociale ontwikkeling van Amsterdam gedurende de 16e en het eerste kwartaal der 17de eeuw, Amsterdam 1906. |
Ravestijn, H.P.W. van, Wat Cats, Bredero en anderen ons weten te vertellen over de geestesgesteldheid van de Nederlandsche kooplieden uit de gouden eeuw, Economisch-historische opstellen geschreven voor prof. dr. Z.W. Sneller, Amsterdam 1947. |
Reden-rijcken springh-ader, Den,...op de vraghe: of Gods genade door Christi lijden en 's gheest kracht/ onse salicheyt maer ten deel, of geheel, heeft gewracht? Haarlem 1614. |
Reden-ryckers stichtighe aenwijsinghe, Der, van des werelts dwael-paden... op 't ontsluyt der vraghe, waerdoor de werelt meest heyloos en blindich dwaelt, Schiedam 1616. |
Regt, H.W., Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van den Hoekschen-Waard, Zwijndrecht 1849. |
Regt, W.M.C., De reformatie in de Rijnstreek, Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Rijnland, 1934-1935, XXVII, p. 38. |
Reitsma, J., en S.D. van Veen, Acta der provinciale en particuliere synoden, gehouden in de noordelijke Nederlanden gedurende de jaren 1572-1620, I, II en III, Groningen 1892. |
Remonstranten, De. Gedenkboek bij het 300-jarig bestaan der Remonstrantsche Broederschap, Leiden 1919. |
Resolutiën van Holland, 1586-1625. |
| |
| |
Reyd, Everhard van, Historie der Nederlantsche oorlogen begin ende voortganck tot den jaere 1601, Leeuwarden 1650. |
Roelink, J., Kerk en staat in conflict, Assen 1960. |
Roelofs, O.C. Broek, Wilhelmus Baudartius, Kampen 1947. |
Rogge, H.C., Caspar Janszoon Coolhaes, de voorlooper van Arminius en de remonstranten, 2 dln., Amsterdam 1856-1858. |
Rogge, H.C., Een preek van Jacobus Trigland, Godgeleerde Bijdragen voor 1865, Amsterdam, p. 775. |
Rogge, H.C., Johannes Wtenbogaert en zijn tijd, 3 dln., Amsterdam 1874-1876. |
Rogge, H.C., Nicolaes van Reigersberch. Brieven aan Hugo de Groot, Utrecht 1901. |
Rogge, H.C., De resolutie der Staten van Holland tot vrede der kerk, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 2e reeks, VIII, 1875, p. 79. |
Rogier, L.J., Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en de 17e eeuw, 2 dln., Amsterdam 1945-1946. |
Romein, Jan, De lage landen bij de zee, Utrecht 1934. |
Roorda, D.J., Partij en factie, Groningen 1961. |
Rutgers, F.L., Het kerkverband der Nederlandsche gereformeerde kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamschen kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw, Amsterdam 1882. |
Rutgers, F.L., Acta van de Nederlandsche synoden der zestiende eeuw, Utrecht 1889. |
Ruys, Th., Petrus Dathenus, Utrecht 1919. |
Sabbe, Maurits, Brabant in 't verweer, Antwerpen 1933. |
Sande, Johan van den, Nederlandtsche historie, dienende voor continuatie van de historie van Everhard van Reyd, Leeuwarden 1650. |
Sax jr., C.D., Carolus Niëllius, Amsterdam 1896. |
Schakel, M.W., Geschiedenis van de hoge en vrije heerlijkheden van Noordeloos en Overslingeland, s.1. 1955. |
Schelven, A.A. van, Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw, 's-Gravenhage 1919. |
Schöffer, I., Protestantism in flux during the revolt of the Netherlands, Britain and the Netherlands, II, Groningen 1964, p. 67. |
Scholtens, H.J.J., Uit het verleden van Midden-Kennemerland, Den Haag 1947. |
Schotel, G.D.J., Kerkelijk Dordrecht, I, Utrecht 1841. |
Schotel, G.D.J., Geschiedenis der rederijkers in Nederland, 2 dln., Rotterdam 1871. |
Schotel, G.D.J., De openbare eeredienst der Nederlandsch hervormde kerk in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, tweede uitgave door dr. H.C. Rogge, Leiden s.a. |
Scribani, C., Den oorsprongh, voortgang ende ghewenscht eynde van den Nederlantschen krygh (bijgevoegd Den Hollandtschen Apocalypsis), Amsterdam s.a. |
Sepp, C., Uit het predikantenleven van vroeger tijden, Leiden 1890. |
Sincerus, De Kanselontluistering in de Nederlandsche hervormde kerk tijdens de zeventiende en achttiende eeuw, Amsterdam 1853. |
Slatius, H., Bewijs dat de schuerpredicanten zijn vrienden ende toestanders van dese leere, dat Godt onmondighe jonge kinderkens... verdoemt, Rotterdam 1617. |
Slee, J.C. van, De geschiedenis van het Socinianisme in de Nederlanden, Haarlem 1914. |
Smelt, W.E., Een buurpraatje in Woerden uit het jaar 1580, Zuid-Holland, VIII, 1962, p. 58. |
Smilde, H., Jacob Cats in Dordrecht. Leven en werken gedurende de jaren 1623-1636, Groningen 1938. |
Smitskamp, H., Calvinistisch nationaal besef in Nederland vóór het midden der 17e eeuw, 's-Gravenhage 1947. |
| |
| |
Souterius, Daniel, Nuchteren Loth. Dat is, middel om op te staen, uyt de ziel-verderffelijcke sonde van dronckenschap, Haarlem 1623. |
Souterius, Daniel, Seer uytmuntende Nederlandtsche victoriën, 2 dln., Haarlem 1630. |
Stoye, J.W., English travellers abroad 1604-1667, London 1952. |
Tex, Jan den, Oldenbarnevelt, 3 vol., Haarlem 1960-1966. |
Tideman, Joannes, De remonstrantsche broederschap, Haarlem 1847. |
Tideman, J., De stichting der remonstrantsche broederschap, 1619-1634, I, Amsterdam 1871. |
Triglandius, Jacobus, Kerckelycke geschiedenissen, Leyden 1650. |
Tukker, C.A., De classis Dordrecht van 1573 tot 1609, Leiden 1965. |
Tuuk, H. Edema van der, Johannes Bogerman, Groningen 1868. |
Twisck, Pieter Iansz., Een vaderlyck geschenck ofte testament, zijnde een verklaringe over het vijfde gebodt, Amsterdam 1698. |
Udemans, G., Practycke, dat is werckelijcke oeffeninge van de christelijcke hooftdeughden, ed. Dordrecht 1640. |
Udemans, G., 't Geestelyck roer van 't coopmansschip, ed. Dordrecht 1640. |
Unger, J.H.W., en W. Bezemer, De oudste kronieken van Rotterdam en Schieland, Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, II, Rotterdam 1895. |
Uytenbogaert, Joannes, Kerckeliicke historie, Rotterdam 1647. |
Valcoogh, Dirck Adriaensz., Regel der Duytsche schoolmeesters, ed. G.D.J. Schotel, 's-Gravenhage 1875. |
Veenendaal, A.J., Johan van Oldenbarnevelt. Bescheiden betreffende zijn staatkundig beleid en zijn familie, II, 's-Gravenhage 1962. |
Veer, M.B. van 't, Catechese en catechetische stof bij Calvijn, Kampen 1942. |
Velius, Th., Chronyk van Hoorn, ed. Hoorn 1740. |
Veltenaar, C., Het kerkelijk leven der gereformeerden in Den Briel tot 1816, Amsterdam 1915. |
Veltenaar, C., Schetsen uit het kerkelijk leven der gereformeerden te Maassluis, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, nieuwe serie, XIII, p. 277. |
Venne, A. van de, Tafereel van de belacchende werelt, 's-Gravenhage 1635. |
Verhoef, J.C., Adriaen Jorisz. Smout, Stemmen voor Waarheid en Vrede, XX, deel II, 1883, p. 1. |
Verhooren van Johan van Oldenbarnevelt, Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht, II, 2e stuk, Utrecht 1850. |
Vervou, Fredrich van, Enige aenteekeningen van 't gepasseerde in de vergadering van de Staten-Generael anno 1616, 1617, 1618, 1619, 1620, Leeuwanden 1874. |
Visscher, Hugo, Guilielmus Amesius, Haarlem 1894. |
Vloten, J. van, Paschier de Fyne, 's-Hertogenbosch 1853. |
Vloten, J. van, Het Nederlandsche kluchtspel van de 14e tot de 18e eeuw, 3 dln., Haarlem s.a. |
Vondel, J. van den, Hekeldichten, ed. J. Bergsma, Zutphen 1909. |
Vos Azn., G.J., Voor den spiegel der historie!! Amstels kerkelijk leven van de eerste zestig jaren der vrijheid, Amsterdam 1903. |
Vrankrijker, A.C.J. de, Geschiedenis van het Gooiland, II en III, Amsterdam 1940-1941. |
Vries Azn., J. de, ‘Kerckelijcke twisten omtrent d'Arminiaenschen tijt’, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, V, p. 161. |
Vries Azn., J. de, Adolphus Tectander Venator, Oud-Holland, XL, 1922, p. 123. |
Vrij, Frederick de, Anatomia, dat is ontleding van den geestelycken mensch, Amsterdam 1622. |
Vrij, Frederick de, Historie of kort en waerachtig verhaal van den oorsprong en voortgang der kerkelyke beroerten in Holland, ed. Amsterdam 1773. |
Walaeus, Antonius, Het ampt der kerkendienaren, ed. Delft 1728. |
| |
| |
Weber, R.E.J., De beveiliging van de zee tegen Europeesche en Barbarijsche zeeroovers 1609-1621, Amsterdam 1936. |
Wessel, J.H., De leerstellige strijd tusschen Nederlandsche gereformeerden en doopsgezinden in de zestiende eeuw, Assen 1945. |
Westermannus, A., Christelijcke zee-vaert, ed. Amsterdam 1630. |
Wijhe, M. van, Leiden in het begin der 17e eeuw, Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Rijnland, 1925-1926, p. 17. |
Wijminga, P.J., Festus Hommius, Leiden 1899. |
Wijngaerden, C.J. de Lange van, Geschiedenis en beschrijving der stad van der Goude, 3 dln., 1813-1879. |
Wiltens, Nikolaas, en Paulus Scheltus, Kerkelyk plakaatboek, 2 dln., 's-Gravenhage 1722-1735. |
Woldendorp, J.J., Flitsen uit de kerkelijke geschiedenis van Zoetermeer-Zegwaart na de reformatie, Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Omstreken, 1956, p. 87. |
Woltjer, J.J., Friesland in hervormingstijd, Leiden 1962. |
Woude, C. van der, Sibrandus Lubbertus, Kampen 1963. |
Wtenbogaert, Johannes, Brieven en onuitgegeven stukken, verzameld en met aanteekeningen uitgegeven door H.C. Rogge, I en II, Utrecht 1869-1871. |
Wtenbogaert, Johannes, Leven, kerckelijcke bedieninghe ende zedighe verantwoordingh, s.1. 1645. |
Wtenbogaert, Johannes, Twaelf predicatien, 's-Gravenhage 1644. |
Wuyster, M.J., Historische herinneringen aan de hervormde gemeente te Noordwijkerhout, Leiden s.a. |
Ypeij, A., en I.J. Dermout, Geschiedenis der Nederlandsche hervormde kerk, 4 dln., Breda 1819-1827. |
Zee, G. van der, Schetsen uit de kerkgeschiedenis van Hagestein, s.1. s.a. |
Zee, G. van der, Schetsen uit het kerkelijk verleden van Ridderkerk, s.l.s.a. |
|
|