nl. in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 17.914, fol. 101vo-104ro en 5753-59, fol. 120vo-121vo.
Namen van oudere bezitters van het Wapenboek van Gelre bevinden zich op een stuk perkament dat op fol. 124ro is geplakt. In 1820 werd het door K. van Hulthem te Brussel op de tweede veiling van de bibliotheek van Anne, Thérèse, Philippine, gravin d'Yve (1738-1814) gekocht. In 1837 kwam het, samen met de verzameling-K. van Hulthem, in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.
Cat.-Anne, Thérèse, Philippine, gravin d'Yve, II, Brussel, 1820, p. 473, nr. 6211; Bibliotheca Hulthemiana, VI, Gent, 1836, p. 51-53, nr. 195; J.F. Willems, Wapenlied van Jan den IIIe, hertog van Braband, Belgisch Museum, 1 (1837), p. 287-296; J.F. Willems, Wapendichten op sommige ridders, gevallen in den slag by Staveren, in Vriesland, ten jare 1345, Belgisch Museum, 5 (1841), p. 103-112; J. van Malderghem, La bataille de Staveren, 26 septembre 1345, Noms et armoiries des chevaliers tués dans cette journée, publiées pour la première fois d'après le ms. original du héraut d'armes Gelre, conservé à la Bibliothèque de Bourgogne et d'après un grand nombre de chroniques inédites et imprimées, Brussel, 1869; K. Regel, Ein Fragment einer unbekannten Handschrift von Gelres Wapenboeck, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 5 (1885), p. 17-48; S. Muller Fz., Die Hollantsche Cronike van den Heraut. Eene studie over de Hollandsche geschiedbronnen uit het Beijersche tijdperk, Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, III, 2, 1885, p. 11-25; V. Bouton, Wapenboeck ou armorial de 1334 à 1372, précédé de poésies héraldiques par Gelre, héraut d'armes, Parijs-Brussel, 1881-1905, 10 dln.; W.A. Beelaerts van Blokland, Het wapenboek ‘Gelre’, Gelre, Bijdragen en Mededeelingen, 13 (1910), p. 267-275; D.L. Galbreath, La suisse féodale d'après l'Armorial de Gelre, Archives héraldiques suisses, 1932, p. 87-109; W.A. Beelaerts van Blokland, Beyeren quondam Gelre, armorum rex Ruyris. Eene historisch-heraldische studie, 's-Gravenhage, 1953; F. Lyna, Een groot miniatuurschilder, Henen, alias Gelre, Oud-Holland, 51 (1934), p. 29-39; F. Lyna, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique, XII, Ronse, 1936, p. 132-150; C. Gaspar en F. Lyna, Les principaux manuscrits à peintures de la Bibliothèque Royale de Belgique, I, Parijs, 1937, p. 372-377; J. van Toll, Nederlandsche sibbekundigen vóór 1853, I, Naarden, 1944, p. 6-10 (Bibliotheek voor Geslacht- en Wapenkunde, 16); H. Bruch, Supplement bij de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de middeleeuwen van Dr. Jan Romein, Haarlem, 1956, p. 36-37; F. Gorissen, Jan Maelwael und die Brüder Limburg. Eine Nimweger Künstlerfamilie um die Wende des 14. Jhs., Bijdragen en Mededelingen der Vereniging ‘Gelre’, 54 (1954), p. 153-221; H.F. Wijnman, Project voor een vervolg op het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden, 1963, p. 37-38; Karel van Hulthem, 1764-1832, Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1964, p. 270-272, nr. 108; L.M. Delaissé, A Century of Dutch Manuscript Illumination, Berkeley en Los Angeles, 1968, p. 13-16, 18, pl. 1 en 2.