Lusthof des gemoets
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Gy volckeren des Aerttycks al.GOdt onsen Heer u loven wy,
En dancken u met moede bly,
Want u genade en goetheyt,
Duirt nu en in der eeuwigheydt.
2. Uwen heyligen name, Heer,
| |
[pagina 88]
| |
Singen wy lof, prijs ende eer,
Heyligh, heyligh, heyligh gy zijt,
Gy onsen Godt gebenedijt.
3. Soo langh wy hier zijn in dit dal,
Sullen wy met vrolijck geschal,
Met der Eng'len en Christen schaer,
U loven prijsen allegaer.
4. Want gy alleen eenige Godt,
Zijt onse toevlucht, borch, en slot,
U gunst, genade, en goetheyt,
Hebt gy over ons uytgebreyt.
5. Des wy u singen altesaem,
Lof, prijs, ende eere bequaem,
U onsen Godt, vriend'lijck en soet,
Voor alle u weldaden goet.
|
|