Agter-hofje, in zich bevattende uytgesogte Stigtelyke en Zielroerende Gesangen
(1732)–Alle Dercks– AuteursrechtvrijOp de wijse: Psalm 8. of 32.
WEl op mijn geest, 't is lang genoeg gezwegen,
En onder 't jok des arbeids stijf geleegen.
Ey! recht u op, en breng nu aan den dag
't Geen, dat uw ziel ten goede dienen mag.
2. Waar toe getoefd, om u wel te bereiden,
| |
[pagina 144]
| |
Om wel getroost van hier te mogen scheiden?
Want zo gy nu noch na den vleesche leeft, God dan aan u gants geen behagen heeft.
3. Beproef u wel, of gy al zijt herboren
Door Godes Geest, in Christus uitverkoren.
En of gy voeld, dat hy al in u woond;
En gy de deugd uit uw geloof betoond.
4. Wees 't aller tijd met yver heel ontsteeken,
Om tot Gods eer te beet'ren uw gebreeken,
En heilig tracht te leven na den Geest,
Op dat gy God (veel meer als menschen) vreest.
5. Vry zo u ziel van 't naar en angstig wroegen.
Soek in den Heer u zelven te vernoegen.
Noit 's Werelds vreugd, nog rijkdom, staat en eer
't Hert zo vernoegd, als 't leven in den Heer.
Einde. |
|