Eduard de Dene. Testament rhetoricael
(1976-1980)–Eduard de Dene– Auteursrechtelijk beschermdGa naar margenoot+ Exemple
Men leist van een Ryckman die niet en conste vasten
want daeghelicx zo heeft hij een inbyt ghedaen
| |
[pagina 57]
| |
maer tsnuchtens als hy at / veel aerme gasten
5[regelnummer]
deedhij / met hem tsghelycx oock eten zaen
// Ziet heere god sprack hy / als ick zal staen
ten oordeele / ende ghy my daer verwyt
dat ick tsnuchtens hebbe gheten / zo zal ick doen vermaen
dat ghy tsmoorghens tsghelycx hebt met my geinbyt
10[regelnummer]
Want zelue heere god ghebenedydt
ghy hebt ghesproken zo wie dat den aermen voedt
datment niet alleene doet / hemlieden tdier tydt
Maer heere god datmen hu zeluen dat doet /
|
|