Eduard de Dene. Testament rhetoricael(1976-1980)–Eduard de Dene– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aucteur aduerteirt die onCuusschelick zueghen By tnaervolghende ghenoteirt die schuwen MueghenGa naar margenoot+Ga naar margenoot+ O Mensschen gheschepen naer gods zuuer beilde vvacht hu van al oncuuscheyt / duer christus name ouerpeynst Tryumpherende in wellusts weilde hoe zou tleuen cort / ende bederft dat lichaeme 25[regelnummer] schendt duechden / Breict de wet gods eersameGa naar margenoot+ verteert Rycdom / dood de ziele / beneimt mensschens cracht cranct tghezichte / ende voor tydt onbequame Brynght den menssche tot ouderdom / dan mesAcht / Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot+ O vier van onCuusscheyt Een heet zondich vier slachtGa naar margenoot+ hu mondt es ghulsicheyt / de vlamme houeerdichede de spercken // der gheCorrumpeirde woorden Iacht de Roock een quade name Tot elcker stede 5[regelnummer] Aermoede zyn de asschenen in grooter onvrede O iongheGa naar voetnoot* Creathueren mannelickeGa naar voetnoot** ghezellen vvachtGa naar voetnoot*** hu voor oncuuscheyt der verkeeren mede huer hende / dat es die pyne der hellen margenoot+ Prudentia carnis mors est margenoot+ Roma .8. margenoot+ Aristo/ margenoot+ 241 v voetnoot+ Fol. 241 v, r. 24, 25 onderstreept. margenoot+ Bernardus voetnoot* ‘ionghe’: ‘i’ over ‘n’. voetnoot** ‘mannelicke’: ‘m’ over ‘p’. voetnoot*** Vóór ‘vvacht’ ‘wasch’ geschrapt. Vorige Volgende