concrete geval dat De Dene zich bij het schrijven van zijn Testament Rhetoricael een waarachtig en onderlegd klerk ter vierschaar toont: de omvangrijke codex, die binnen een periode van acht maand voltooid werd, is een fraai voorbeeld van zestiende-eeuwse kopiistenarbeid: doorheen de 465 folio's heerst hetzelfde regelmatige, brede geschrift, zonder merkbare verschillen bij begin en einde van de schrijfarbeid. De Denes bedrevenheid uit zich het duidelijkst in de behandeling van schachten en staarten, niet enkel in de begin- en eindregel van een pagina, maar ook midden in de tekst, waar hun opneming in een vorige of volgende regel dikwijls zeer talentvol geschied is. Deze virtuositeit van de auteur als schrijver heeft ons mede genoopt om deze codex strikt diplomatisch uit te geven als specimen van zestiende-eeuwse schrijfkunst.
Concreet betekent dit dat het schriftbeeld zo nauwkeurig mogelijk gereproduceerd wordt. Het gebruik van hoofd- en kleine letters, het aan- en vaneenschrijven van woorden is getrouw overgenomen. Vooral het behoud van de hoofdletters na een prefix midden in een samenstelling kan storend werken voor de moderne lezer. Toch is deze schrijfwijze vrij systematisch door De Dene gehandhaafd, en dus door ons gerespecteerd. Voor de interpretatie van I/J en i/j hebben wij de hoofdletter met bovenschacht, schuine dakstreep en tong als I weergegeven, en alle andere vormen als i. De spellingen u voor [v] en v voor [y] werden uiteraard gehandhaafd. Ook de interpunctie werd onveranderd overgenomen. Afkortingen zijn opgelost in cursief en letters in humanistisch schrift werden gespatieerd. In voetnoot staan paleografische en codicologische opmerkingen (aard van de correctie, toestand van het handschrift).
Ook de oorspronkelijke bladspiegel is in de mate van het mogelijke gerespecteerd: elke nieuwe bladzijde is als lees-eenheid beschouwd, en de tekstregels zijn dan ook telkens opnieuw genummerd. Aangezien het notenapparaat hierbij onmiddellijk moet aansluiten, treft de lezer dit soms midden de huidige bladzijde aan. De eerbied voor de autograaf stoort ook hier alweer het gemak van de huidige leesgewoonten, maar wij hebben gemeend tot dit procédé te mogen overgaan om de reeds hiervoor uiteengezette redenen.