| |
| |
| |
De glimlach der aapjes
| |
| |
I
Soms, wanneer een zuidoostelijke wind warmte bracht, snoof je in die stad een dikke bloesemlucht op, een geur van vanille vermengd met jasmijn. Wekenlang merkte je er niets van, en ineens, als je buiten de deur kwam, was die lucht er weer. De meesten vonden hem onaangenaam, omdat hij prikkelend op de slijmvliezen bleef liggen, een echte synthetische geur, die bij sommigen zelfs hoofdpijn verwekte, velen klaagden erover.
Ottolander niet.
Jaren later nog kreeg hij er een zwevend gevoel van in het hoofd, als na een goed glas sherry. Het was een vaag geluksgevoel, dat hem dan herinnerde aan zijn dankbaarheid ten opzichte van Wennekes en Blom N.V., de smaak- en reukstoffenfabriek, één der grootste industrieën van die stad. Chris Ottolander was er gekomen dank zij Wennekes en Blom.
Al bij dat eerste gesprek met Dr. Mors, de leider van het research-lab, had hij gevoeld, dat de sfeer in de fabriek goed moest zijn.
Maar hoe was het gekomen, dat hij zo zelden van het bedrijf had gehoord, bijvoorbeeld door kranten-advertenties?
Dr. Mors had gezegd: - Onze klanten willen niet, dat het grote publiek ons kent. Kijk, wij verkopen hulpstoffen, wij zijn, fa..., een dienstverlenende industrie, zou je kunnen zeggen. Onze klanten zijn de fabrieken: levensmiddelen-industrieën, pharmaceutische bedrijven, textielveredeling, ik noem nu maar een paar uit een grote reeks, de cosmetische industrie, zelfs plastic-fabrieken, die hun producten graag naar leer willen laten ruiken. Wij zijn eigenlijk fabrikanten van illusies, voor het grootste deel synthetische illusies, en het publiek wil het èchte hebben. Ofschoon: wat is het èchte? Een molecuul is een molecuul.
Hij liep tegen de zestig, een lange gebogen man, met grijs haar, dat stijl langs zijn hoofd afviel, hetgeen hem misschien iets vrouwelijks zou hebben gegeven, wanneer zijn gezicht niet die gerimpelde uitdrukking had gehad van iemand die pas een citroen heeft gegeten. Toch was hij niet zuur, de lichtgroene
| |
| |
ogen over zijn bril waren vriendelijk en zijn stem was zacht en hees. Was het vooral zijn witte jas, die hem indrukwekkend maakte?
Chris zei: - Maar een kunstroos is nog geen roos... Hij voelde zich op zijn gemak bij deze man. Dit was een man van aanzien, een geleerde. Ze stonden in het glazen kantoor van Dr. Mors; door de wanden zag je witgejaste assistenten bezig met retorten en reageerbuisjes. Dr. Mors zei: - Tenzij niemand het ziet. Of tenzij je zegt dat het een geheel nieuw soort roos is. Als een bepaalde industrie tegen ons zegt - bij wijze van spreken -: - Maakt u ongeveer die roos voor ons, dan doen wij dat zo goed mogelijk, niet met rood papier, maar bij voorkeur met echte rozenblaadjes, als dat kan. Maar het kan niet altijd. En weet u wat het vreemde is? De chemische illusie is soms sterker dan de werkelijke natuur.
- God zal het weten, zei Ottolander met opzettelijke ironie. De ander lachte, een man met wie je kon praten. - God heeft de natuur gemaakt, de melk en de honing. En de mens de cultuur, de parfumessence. Zo zou je het kunnen scheiden. Maar voor mij persoonlijk, meneer Ottolander, is het allemaal natuur. Het is fascinerend, hoeveel wonderen er kunnen schuilen in één reageerbuisje, elk jaar doen we boeiende ontdekkingen, en dat is het mooie van mijn vak. Toen Columbus zijn Amerika had ontdekt, was hij klaar. Maar in de chemie is geen einde. Mijn vak is toegepaste wetenschap, zeker, maar wetenschap. Hier bij Wennekes en Blom stimuleren ze het zelfs, dat ik geregeld publiceer, dit is een bedrijf op hoog niveau.
Hadden die laatste woorden Chris Ottolander ervan overtuigd, dat hij hier met enthousiasme zou kunnen werken?
Dr. Mors had gezegd: - Ik zal u steunen bij uw sollicitatie.
Chris Ottolander liep met opgewekte passen terug naar Tera's kunstnijverheidszaakje om het haar te vertellen.
- Je hebt het goed voor mij in orde gebracht, zei hij.
- 't Is zo'n aardige man. Hij koopt hier zo nu en dan iets voor zijn vrouw.
- En die Thomas Wennekes?
- Vlot en exact. Maar hij heeft een goeie smaak, hij verzamelt
| |
| |
moderne schilderijen. Hij wil altijd maar, dat ik hier een expositie-ruimte open, maar daar heb ik geen geld voor, en... Chris, zei ze, als hij je oproept, moet je hem als je gelijke behandelen, je moet niet bang voor hem zijn. Maar je moet je wel in de puntjes kleden, en haar snelle blik daarbij was veelbetekenend genoeg.
Hij was toen om geld gegaan naar zijn vader, en het werd een pijnlijk onderhoud. Terwijl hij in zijn keurige werkplaatsje bezig was een grillige vlek van een doofpot te poetsen, zei zijn vader: - Weer als publiciteits-chef? Maar in dat vak ben je juist mislukt.
- Dit zijn mensen van een heel ander niveau, zei Chris. - Ik geloof in die fabriek.
Zijn vader vroeg: - Maar geloof je in jezelf?
- Misschien krijg ik daarvoor de leeftijd nog wel es! Het klonk sarcastisch. Zijn vader reageerde er niet op en zei: - In elk geval liggen er beste kansen in dat vak... Hij vroeg nog: - Zie je het kind geregeld?
- Zo nu en dan... 't Gaat goed... Zou hij dit ooit zo koel tegen zijn moeder hebben durven zeggen? Naar Selma vroeg zijn vader niet. Ofschoon zij altijd bijzonder hartelijk voor hem was geweest, geloofde Chris niet, dat zijn vader erg op haar was gesteld. Zijn vader zei ineens: - Chris, kijk nou goed uit wat je doet, met die verdomde wijven! Het leek een toon van lang geleden, maar hij herstelde zich, zonder moeite: - Je gaat nu naar een andere stad, misschien. Niemand kent je daar, niemand weet iets. Hou je mond, geef je ogen goed de kost, en luister. En dan: studeer! Er moet in dat vak ook nog heel wat te leren zijn. Maar het voornaamste is: gedraag je als een onkreukbaar iemand. En praat nooit één woord teveel!
Die keer had hij hem veel meer geld gegeven dan Chris had verwacht. Met veel zorg kocht hij er nieuwe kleren van, en toen hij ‘thuis’ kwam, in een indrukwekkend donkerblauw costuum, begon Frieda te giechelen. Ze vroeg: - Wat heb jíj?
- Luister es Frieda, ik kan dit onregelmatige leven niet langer volhouden, ik wil weer in de rails, ik moet een vaste baan hebben, zo ben ik nou eenmaal.
| |
| |
- Je praat als een burgerman, zei ze sip. - Jíj!
- En Walter dan?
- Dat is geen burgerman.
Het werd geen echte ruzie, maar het was een nieuwe, zure ervaring, en steeds als hij thuis kwam, keek ze hem met bevreemding aan. En toen viel eindelijk die oproep in de brievenbus.
De secretaresse van Mr. Thomas Wennekes - ze was mager en al bijna bejaard - liet hem zakelijk in het privé-kantoor van meneer. - Hij zal zo wel komen.
Er stond een gigantisch kersenhouten bureau, een exclusief ontwerp waarschijnlijk. Het was volgestapeld met volle correspondentie-bakken, waartussen drie telefoons optorenden. Aan de zijwanden waren glazen boekenkasten gebouwd, die geheel gevuld waren met dikke delen. Clubfauteuils van blauw leer om een lage, lange tafel gaven een menselijker rust aan de overige wand, de enige, die een versiering had. Het was een grote reproductie van Dufy, een van zijn Rivièra-gezichten. Maar toen Chris er naar toeliep om hem beter te bekijken, zag hij, dat het doek echt was, en hij wist niet, waarom hem dat verwarde. Hing men een duur museumstuk zomaar in een privé-kantoor?
- Zou u hem thuis willen hebben?
Er stond een man van ongeveer midden dertig in de deur, een kleine, rossigblonde man met bruine ogen. Hij droeg een sporttief plusfours-costuum, alsof hij zo van het sportveld kwam, maar zijn gezicht daarentegen vertoonde vermoeide trekken. Hij stelde zich voor.
- Of houdt u niet van Dufy? Gaat u zitten.
- Dat zijn twee vragen, zei Chris. - Ik houd wel van Dufy, maar ik zou - hij wees naar het stuk - het maar angstig vinden hem thuis te hebben. Een reproductie vereist geen bewaker.
- Zoals de zonnebloemen van Van Gogh!
- Nee, je kunt ook teveel reproduceren... Hij bedacht zo maar iets: - Er zou een oplage-limiet verplicht moeten worden gesteld, zoals bij houtsneden. Hij voegde er snel aan toe: - Er is tenslotte keuze genoeg. Ik heb ook een Dufy, een prachtige
| |
| |
Amerikaanse silk-screen druk, zeer geraffineerd gedaan.
- Kent u alle reproductie-technieken?
- Ja, dat heb ik in mijn brief geschreven. We werkten daar uitsluitend met boekdruk en foto-litho, nooit bijvoorbeeld met koperdiepdruk. Maar ik weet hoe het werkt.
- Hebt u verstand van lay-out? Weet u hoe het moet?
- Ik ben geen lay-out man. Maar ik weet hoe het niet moet.
- En hoe moet het dan niet?
- Dat hangt van het object af. De lay-out is functioneel.
- Hebt u het nare gevoel, dat u hier op een examen zit?
Chris zei glimlachend: - Niet het náre gevoel.
De ander keek hem aan zonder zijn glimlach te beantwoorden, zoals men een onbekend beeldhouwwerk bekijkt op een expositie.
- Onze heer Beders, zei de sterke, rossig-blonde man, terwijl hij Chris sigaretten toeschoof als om een ander hoofdstuk in te leiden, wordt over drie maanden vijf en zestig en gaat dan met pensioen, tégen zijn zin. Hij heeft hier jaren de publiciteit verzorgd, volstrekt foutloos, dat wil zeggen, in de verouderde ogen van mijn vader, die dit bedrijf heeft groot gemaakt. Tussen twee haakjes, weet u wat er hier over twee en een half jaar gaat gebeuren?
- Dan gaat u jubileren. Drie kwart eeuw.
- Er is veel gebeurd in die vijf en zeventig jaar, veel veranderd... Hij keek Chris plotseling recht aan en vroeg: - Waarom denkt u eigenlijk, dat we dit bedrijf voortzetten?
- Ik denk, omdat u niet anders kunt, zei Chris. Hij dacht toen: ik zeg het maar gewoon. Hij voelde zich nogal zeker van zichzelf, iets opgewonden, maar hij zei beheerst: - U bent hier niet alléén de baas, samen met de andere firmanten. Het bedrijf zelf is óók baas geworden. Het zou niet alleen zelfmoord zijn er mee op te houden, maar ook moord.
- Dat zijn krasse kreten, zei mr. Thomas Wennekes, terwijl hij Chris uitdagend bleef aankijken wat hij daarop zou zeggen. Maar Chris keek glimlachend terug.
Wennekes stond met een ruk op en zei: - Maar het zijn verdomd juiste kreten. Komt u es hier.
| |
| |
Hij wees door het raam, naar de overkant van de binnenplaats, waar de assistenten reageerbuisjes tegen het licht hielden, geroutineerd en dagelijks, bij wijze van broodwinning.
Wennekes zei: - In groter verband gezien weten ze niet wat ze doen. Ze begrijpen niet, dat het lab en al de gebouwen daaromheen zijn gebaseerd op wankele peilers, meneer Ottolander. Ze begrijpen niet, dat wíj de bodem van die honderden arbeiders verzekeren - verplicht zijn te verzekeren - met zaken doen. Zonder orders geen fabriek. En... - voegde hij er snel aan toe - zonder fabriek geen orders. Als zíj er mee ophielden...
Chris zei: - En daarom gaat u samen verder.
De ander vroeg: - Waarom is u bij die filmmaatschappij weggegaan?
Chris stelde een tegenvraag: - Zou u geestdriftig rommel kunnen verkopen?
En daarop kwam een vraag van de andere zijde: - Wat doe ik ànders, meneer Ottolander?
- Ik vind het wel fijn dat badzeep lekker ruikt.
- Wij maken illusies. Vindt u illusies niet hetzelfde als leugens?
- Dit schilderij is toch ook geen leugen? Toch bestaat het alleen maar uit stukjes verf, die bepaalde gedeelten van het spectrum in ons oog mikken, licht-illusies. Maar daarom is die Dufy toch geen leugen?
- Dat is een kwestie van kunst. Niet van chemie.
Chris dacht na en zei toen bedachtzaam: - Natuurlijk heb je in de chemie ook zoiets als kitsch, laat ons zeggen een haargroeimiddel. Maar deze fabriek belooft de mensen niets, hij gééft het hun, een kleur, een geur, een smaak.
- Wat denkt u van asperge-soep, waar geen asperges aan te pas komen? Zoals die soep in pakjes? Wij leveren de kleur, de geur en de smaak daarvoor.
Chris zei toen: - U zit mij een beetje te testen op mijn ethiek, en dat vind ik nogal geruststellend, want ethiek maak je niet zoveel mee in zaken. Zaken zijn zaken, zeggen ze allemaal, net als Krupp en Schneider. En als u het eerlijk wilt weten, meneer Wennekes, dan is naar mijn mening deze hele wereld één grote jungle. Maar zolang je in die jungle iets kunt maken, dat dit
| |
| |
harde leven een beetje poëtiseert, dan lijkt me dat wel een positieve zaak. De mensen, die asperge-soep eten van twee kwartjes uit een pakje weten drommels goed, dat het niet je ware is, maar nou ja, het komt er toch dichtbij. Sommige mensen zijn al erg blij met een bromfiets, omdat ze geen Cadillac kunnen betalen. En andere mensen eten margarine.
- Houdt u van margarine?
- Nee, geef mij maar roomboter. Dat is geen kwestie van principe, maar van smaak. Miljoenen zijn dol op margarine.
Wennekes vroeg: - Stel, dat u hier aangenomen was, en u zou tot de ontdekking komen, dat wij hier onoirbare producten maken, zoudt u daar dan openlijk met mij over in debat durven treden?
- Na dit gesprek wel, zei Chris.
De man in plusfours begon plotseling zo hartelijk te lachen, dat je het goud achter in zijn gebit kon zien. Hij zei: - Ik zal wel met u op kunnen schieten. Maar de eerste drie maanden zult u het hier niet gemakkelijk hebben, Beders zal u zien als de man, die hem er uitdrukt. Doe maar braaf alles wat hij zegt. En kijk voor de rest zoveel mogelijk rond in het bedrijf. Publiciteit is geen aangeplakte zaak, geen etiket, maar het wezen. Daarom moet u precies weten wat er in het bedrijf omgaat, en hoe alles in elkaar zit. U zult veel met Dr. Mors moeten spreken.
Chris zei: - Dat lijkt me een uitstekend idee.
|
|